Week 34 Nederlands 3 havo

Nederlands 3 havo week 34
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands 3 havo week 34

Slide 1 - Diapositive

Welkom 3H & bijpraten

Slide 2 - Diapositive

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. 
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons => bij start van de les in je tas. Een mobiele telefoon is alleen toegestaan als de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 3 - Diapositive

Plattegrond 3H1

Slide 4 - Diapositive

Week 34  22 augustus t/m 
26 augustus 2022
  • Uitleg PTD. Planning. 
  • Weektaken huiswerk 
  • Een keer per week controle huiswerk. 
  • Lezen van boeken en lezen in de les.
  • Uitleg RTTI.
  • Deze week: starten met mediawijsheid en maken van opdrachten
  • nifyu - LessonUp
  • Woordenschat
  • Alle communicatie via magister

Slide 5 - Diapositive

PTD rapportperiode 1

Slide 6 - Diapositive

PTD rapportperiode 1

Slide 7 - Diapositive

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 8 - Diapositive

Boekenlijst havo 3
  • Dit schooljaar 4 boeken. R1 2x en R3 2x
  • Lezenvoordelijst.nl 12-15 jaar niveau 4.
  • Niveau => zie lijst. Lijst bespreken.
  • Wil je een ander boek lezen, overleg met je docent Nederlands.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
Deze week:

  • leer je waarom het belangrijk is om kritisch en veilig met internet om te gaan en hoe je dat doet.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Herhaling vorige week

Slide 12 - Diapositive

Woorden van de week

Vanaf volgende week

Slide 13 - Diapositive

Controleer je huiswerk. De antwoorden staan aan het eind van de les!

Slide 14 - Diapositive

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 15 - Diapositive

Betrouwbaarheid digitale informatie
Het internet is ontstaan doordat wetenschappers van verschillende universiteiten met elkaar informatie wilden delen. Op 29 oktober 1969 werd de eerste boodschap tussen twee knooppunten op de voorganger van het World Wide Web verstuurd. Daarna is het allemaal heel snel gegaan.

We halen nu bijna alle informatie die we nodig hebben van het internet af. Heel fijn dat het nu allemaal zo makkelijk is, maar juist daardoor moet je ook goed opletten wanneer je dingen op internet zoekt of leest. Iedereen kan dingen op het internet zetten. Zelfs de grootste onzin kan zo de wereld in worden geslingerd. Niet alle informatie is volledig, juist of betrouwbaar. Kritisch en veilig omgaan met informatie op het internet is dus cruciaal. De vaardigheden die je hiervoor nodig hebt heten ‘mediawijsheid’.

Slide 16 - Diapositive

Kernwoorden
  • internet

  • informatie

  • mediawijsheid

  • bronnen

Slide 17 - Diapositive

Het is belangrijk je te beseffen dat wat je ook doet op internet, je bijna altijd te maken hebt met een paar grote mediabedrijven zoals Google, YouTube en Facebook. Dat laatste bedrijf is ook eigenaar van Instagram en WhatsApp. Deze bedrijven hebben grote invloed op welke informatie jij als internetgebruiker te zien krijgt. 
Dat komt doordat deze bedrijven jouw activiteit op internet bijhouden. Ze houden bij waar je eerder naar hebt gezocht, welke berichten en video’s je leuk vindt of hebt gedeeld en op welke links je wel of juist niet klikt. Al deze informatie verzamelen ze om een zo goed mogelijk beeld van jou te krijgen. Dit beeld noem je ook wel een ‘profiel’. 

Slide 18 - Diapositive

Vervolgens gebruiken ze algoritmes om te bepalen welke informatie jij te zien krijgt. Een algoritme is een reeks instructies die een computer opvolgt om een bepaald probleem op te lossen. In dit geval kijken computers welke zoekresultaten, berichten, posts of video’s het beste aansluiten bij jouw profiel.

Het gevolg hiervan is dat de informatie je voorgeschoteld krijgt bijna nooit neutraal is. Heb je op Facebook een paar keer post van een politieke partij geliket? Dan zul je in de toekomst waarschijnlijk meer berichten en advertenties van die partij te zien krijgen en minder informatie over andere partijen. Als je dan alleen Facebook gebruikt om te bepalen op wie je zult stemmen, verschijn je niet goed geïnformeerd bij de stembus.

Slide 19 - Diapositive

Vervolgens gebruiken ze algoritmes om te bepalen welke informatie jij te zien krijgt. Een algoritme is een reeks instructies die een computer opvolgt om een bepaald probleem op te lossen. In dit geval kijken computers welke zoekresultaten, berichten, posts of video’s het beste aansluiten bij jouw profiel. 
Het gevolg hiervan is dat de informatie je voorgeschoteld krijgt bijna nooit neutraal is. Heb je op Facebook een paar keer post van een politieke partij geliket? Dan zul je in de toekomst waarschijnlijk meer berichten en advertenties van die partij te zien krijgen en minder informatie over andere partijen. Als je dan alleen Facebook gebruikt om te bepalen op wie je zult stemmen, verschijn je niet goed geïnformeerd 

Slide 20 - Diapositive

Kort samengevat en videouitleg (Kern)
  • invloed grote mediabedrijven

  • dataverzameling profiel

  • algoritmes

  • neutrale informatie

Slide 21 - Diapositive

Gegevens, oftewel ‘data’, is tegenwoordig het grootste goed. Data is kennis en kennis is macht. Bedrijven als Google en Facebook bouwen niet alleen een profiel van jou op om jou de meest relevante informatie aan te kunnen bieden. Ze gebruiken je profiel ook om bedrijven zo gericht mogelijk te kunnen adverteren. Hier verdienen ze veel geld mee.

Wees alert op welke data je geeft! Niets is gratis. Wanneer je gebruikmaakt van zogenaamde ‘gratis’ diensten, betaal je vaak door bedrijven informatie over jouzelf te geven. Bij mooie winacties moet je vaak je telefoonnumer en e-mailadres invullen, en voor je het weet wordt je overstelpt met reclame. Gratis apps laten je niet alleen veel advertenties zien, vaak vragen ze ook veel informatie van jou. Ze willen bijvoorbeeld toegang tot jou agenda, foto’s en camera. Hiermee verzamelen ze weer meer informatie om hun advertenties nog beter aan jou aan te passen. En zo verdienen ‘gratis’ apps toch aan jou.

Slide 22 - Diapositive

Gegevens, oftewel ‘data’, is tegenwoordig het grootste goed. Data is kennis en kennis is macht. Bedrijven als Google en Facebook bouwen niet alleen een profiel van jou op om jou de meest relevante informatie aan te kunnen bieden. Ze gebruiken je profiel ook om bedrijven zo gericht mogelijk te kunnen adverteren. Hier verdienen ze veel geld mee. 
Wees alert op welke data je geeft! Niets is gratis. Wanneer je gebruikmaakt van zogenaamde ‘gratis’ diensten, betaal je vaak door bedrijven informatie over jouzelf te geven. Bij mooie winacties moet je vaak je telefoonnumer en e-mailadres invullen, en voor je het weet wordt je overstelpt met reclame. Gratis apps laten je niet alleen veel advertenties zien, vaak vragen ze ook veel informatie van jou. Ze willen bijvoorbeeld toegang tot jou agenda, foto’s en camera. Hiermee verzamelen ze weer meer informatie om hun advertenties nog beter aan jou aan te passen. En zo verdienen ‘gratis’ apps toch aan jou. 

Slide 23 - Diapositive

Privacy
  • waardevolle gegevens

  • gerichte advertenties

  • ‘gratis’ = betalen met gegeven

Denk dus goed na bij het installeren van een app of je jouw informatie wel wil delen met dat bedrijf en bewaak je privacy.

Slide 24 - Diapositive

Cybercrime (phishing) 
Een bekende vorm van cybercrime is ‘phishing’. Hierbij proberen criminelen informatie van jou te verzamelen zoals een kopie van jouw paspoort of de inloggegevens van jouw internetbankieren. Dit doen ze door mails te sturen die lijken op mails van een officiële instantie of jouw bank. Let altijd goed op of de mail die je ontvangt van je bank, ook écht van je bank is. En of de website waarop je zit wel klopt. Twijfel je? Bel dan met de bank of de betreffende instantie. 

Kortom: wees altijd alert!!!

Slide 25 - Diapositive

Phishing
Een bekende vorm van cybercrime is ‘phishing’. Hierbij proberen criminelen informatie van jou te verzamelen zoals een kopie van jouw paspoort of de inloggegevens van jouw internetbankieren. Dit doen ze door mails te sturen die lijken op mails van een officiële instantie of jouw bank. Let altijd goed op of de mail die je ontvangt van je bank, ook écht van je bank is. En of de website waarop je zit wel klopt. Twijfel je? Bel dan met de bank of de betreffende instantie. 

Kortom: wees altijd alert!!! 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Klassikaal
Maken



Opdracht 2 en 3 bladzijde 11

Slide 28 - Diapositive

Weektaak
  • Uitleg RTTI. Pak bladzijde 11.
  • Lees de tekst op bladzijde 10
  • Maak opdracht 1, 4 en 5 bladzijde 11

Slide 29 - Diapositive

RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.

Slide 30 - Diapositive

1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 31 - Diapositive

T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 32 - Diapositive

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 33 - Diapositive

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • Weet je waarom het belangrijk is om kritisch en veilig met internet om te gaan en weet je ook hoe dat doet?

Slide 34 - Diapositive

Nakijken huiswerk
Vanaf volgende week!

Slide 35 - Diapositive

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 36 - Diapositive