GYM 4 - dinsdag 14-2 NN hf 2 kernzin

Welkom!
Nodig: 
Nieuw Nederlands + schrift
Boek 7
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nodig: 
Nieuw Nederlands + schrift
Boek 7

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:

  • Planning
  • Tekststructuren: uitleg
  • Aan de slag!
  • Huiswerk & Taalvout

Slide 2 - Diapositive

Planning

Pitchen boek 7: maandag 6  maart
Deadline boek 7: donderdag 9 maart

Toets leesvaardigheid: maandag 13 maart

Slide 3 - Diapositive

LEESVAARDIGHEID HF 2

Slide 4 - Diapositive

ZAKELIJKE TEKSTEN

Inleiding, kern, slot

Slide 5 - Diapositive

Functies inleiding

Slide 6 - Carte mentale

INLEIDING
Trekt de aandacht
Geeft het onderwerp aan
Kan de opbouw van de tekst aangeven

Typografisch: gescheiden d.m.v. een witregel (evt. gecursiveerd of vetgedrukt).

Slide 7 - Diapositive

MIDDENSTUK (kern)
Bevat de deelonderwerpen

Waar begint een deelonderwerp? 
Structurerende zinnen: kondigen aan of ronden af 
Alineaverbanden en signaalwoorden
(Typografische kenmerken: witregels of tussenkoppen)

Slide 8 - Diapositive

Functies slot

Slide 9 - Carte mentale

SLOT
  • De laatste alinea of alinea’s van een tekst.
  • Het geeft vaak de conclusie (de hoofdgedachte)
  • Soms geeft het een samenvatting
  • Ook mogelijk: aanbeveling, aansporing, afweging, verwachting
  • Let op signaalwoorden als kortom, ten slotte, al met al, dus.
  • Soms: een extra witregel na het middenstuk.

Slide 10 - Diapositive

Kernzin

Slide 11 - Diapositive

Kernzin
= de zin die de hoofdgedachte van een alinea weergeeft.

  • Meestal de eerste zin van een alinea;

  • Soms de tweede zin (eerste zin kondigt onderwerp dan aan of is een structurerende zin die verband aangeeft met vorige alinea's);

  • Soms de laatste zin.

Slide 12 - Diapositive

Reality-tv is populair, omdat het zich goed leent voor verborgen reclame in het programma, zogenoemde 'product placement'. Zo worden de decors van realityprogramma's ingericht met meubels en keukenattributen van bepaalde merken. Ook dragen de personages niet toevallig bepaalde kleding en sieraden. En dat ze in bepaalde auto's rondrijden, berust al evenmin op een spontane samenloop van omstandigheden.

Slide 13 - Diapositive

Reality-tv is populair, omdat het zich goed leent voor verborgen reclame in het programma, zogenoemde 'product placement'. Zo worden de decors van realityprogramma's ingericht met meubels en keukenattributen van bepaalde merken. Ook dragen de personages niet toevallig bepaalde kleding en sieraden. En dat ze in bepaalde auto's rondrijden, berust al evenmin op een spontane samenloop van omstandigheden.

= voorbeelden

Slide 14 - Diapositive

Er is volgens deskundigen nog een reden voor de onstuitbare opmars van reality-tv. Een realityprogramma is goedkoop te maken. Voor Oh Oh Cherso werd een stel Hagenezen uit een discotheek geplukt en op het vliegtuig naar Kreta gezet. Dure scriptschrijvers waren niet nodig, de castleden bedachten hun quotes helemaal zelf. Het maken van drama, comedy en documentaires is vele malen duurder.

Slide 15 - Diapositive

Er is volgens deskundigen nog een reden voor de onstuitbare opmars van reality-tv. Een realityprogramma is goedkoop te maken. Voor Oh Oh Cherso werd een stel Hagenezen uit een discotheek geplukt en op het vliegtuig naar Kreta gezet. Dure scriptschrijvers waren niet nodig, de castleden bedachten hun quotes helemaal zelf. Het maken van drama, comedy en documentaires is vele malen duurder.

= structurerende zin --> geeft verband aan met alinea 1. Toelichtend. 
In alinea 1 & 2 worden voorbeelden genoemd over waarom Reality-tv populair is.

= toelichting, details --> waarom is het goedkoop?

Slide 16 - Diapositive

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Aan de slag!
  • Lezen boek 7



       

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk & Taalvout
  • Lezen boek 7 + werken aan boekdossier       

Slide 19 - Diapositive