Formatieve evaluatie H4.1 t/m 4.3

Formatieve evaluatie
Een huur- of koopwoning?
Formatieve evaluatie
Huren of kopen 
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Formatieve evaluatie
Een huur- of koopwoning?
Formatieve evaluatie
Huren of kopen 

Slide 1 - Diapositive


Als je voor korte tijd een woning nodig hebt kun je beter huren.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz


Wat is niet verplicht bij de verkoop van een huis?
A
notaris
B
kadaster
C
makelaar

Slide 3 - Quiz


Waar kun je zien van wie een huis is?
A
Bij de GBA (gemeentelijke basisadministratie).
B
Bij de Kamer van Koophandel.
C
Bij het kadaster.

Slide 4 - Quiz


Je bent eigenaar van een woning als ...
A
het koopcontract is getekend.
B
de transportakte is getekend.
C
de transportakte is ingeschreven in het kadaster.
D
het geld is betaald.

Slide 5 - Quiz


Een woningcorporaties verhuurt woningen in de vrije sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz


Wat hoort niet bij een huurwoning?
A
klein onderhoud
B
groot onderhoud
C
huurverhoging
D
huurtoeslag

Slide 7 - Quiz


De huur van je huis is hoog en je verdient niet zo veel. Je kunt huurtoeslag krijgen. Van wie krijg je huurtoeslag?
A
Van de belastingdienst.
B
Van de gemeente.
C
Van de woningbouwvereniging.
D
Van de makelaar.

Slide 8 - Quiz


Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de gemeente
D
de makelaar

Slide 9 - Quiz


Wat zou jij doen, een huis kopen of huren? Leg uit waarom.

Slide 10 - Question ouverte