Week 36-Strategieles (Verwijswoorden)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Lezen

Verwijswoorden

Lesdoelen

Je kunt de verwijswoorden gebruiken.

Je kent de regels van het gebruik van verwijswoorden.

Les 1-Strategieles

Verwijswoorden

Wat zijn dat ?

Verwijswoorden

Maak een korte zin en gebruik daarin een verwijswoord.

VERWIJSWOORDEN

Verwijswoorden

Waarnaar verwijst? 'het'

Met hulp kun je faalangst onder controle krijgen. Het gaat niet vanzelf over.

1. hulp
2. Met hulp kun je faalangst onder controle krijgen.
3. faalangst
4. onder controle

Waarnaar verwijst 'daar'?

Zodra ik de toets voor me heb, weet ik niets meer. Daar baal ik ontzettend van!

1. Zodra ik de toets voor me heb, weet ik niets meer.
2. de toets
3. me
4. ik

Waarnaar verwijst 'zij'?

De moeder van Lisa overhoort Lisa.
Zij doet dat heel trouw.

1. Lisa
2. De moeder
3. overhoort
4. De moeder van Lisa

Waarnaar kan een woord verwijzen?

1. één woord
2. een hele zin
3. een groep woorden
4. A, B, C zijn alle drie waar

Aan de slag

Ga nu de opdrachten maken die horen bij dit onderdeel (zie oefenblad)

-Maak  de opdrachten 2 en 3 op blz. 5 t/m 9.