BK Lezen - tekstdoelen en tekstsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

Oefenen voor toetsweek:

• Tekstsoorten en tekstdoelen
• Verwijswoorden
• Signaalwoorden

Maar eerst twee mededelingen

Vragenuurtje voor de toets

• vrijdag 16 juni - 7e uur
• lokaal 0.40 (door mevrouw Bergman)

Cito

• is bedoeld om voortgang te meten
• meet op welk niveau je functioneert
• leerlingen die op niveau zijn horen niets, leerlingen die dat niet zijn, krijgen deze week een mailtje met tips

docent.plot26.nl

Opdracht

In duo's: Zoek bij ieder tekstdoel/tekstsoort 1 tekst (online). 

Leg bij iedere tekst het tekstdoel/de tekstsoort uit.

Aan het einde van je les presenteer je je teksten aan een ander groepje.

Verwijswoorden

Verwijswoorden verwijzen naar:

• één woord
• een paar woorden
• een hele zin

Doel:
Ze maken de tekst minder saai en beter leesbaar

Hoe vind je de verwijzing?
Stel de vraag: wie, wat, waar, welke

Waarnaar verwijst 'daar'?

Zodra ik de toets voor me heb, weet ik niets meer. Daar baal ik ontzettend van!

1. Zodra ik de toets voor me heb, weet ik niets
2. de toets
3. me
4. ik

Waarnaar verwijst 'zij'?

De moeder van Lisa overhoort Lisa.
Zij doet dat heel trouw.

1. De moeder
2. Lisa
3. De moeder van Lisa
4. overhoort

Waarnaar kan een woord verwijzen?

1. één woord
2. een hele zin
3. een groep woorden
4. A, B, C zijn alle drie waar

docent.plot26.nl

Opdracht tekstverbanden

1. Schrijf op wat je vandaag in je tas hebt zitten.

2. Schrijf op wat je allemaal hebt gedaan vanaf het moment dat je opstond.

3. Vertel drie dingen over je dag, wat is het voor dag/wat vind je van de dag?

4. Schrijf iets op wat achteraf toch anders bleek te zijn.

5. Vertel waarom je een keer te laat bent gekomen.

6. Vertel waardoor je een keer te laat bent gekomen.

Tekstverbanden

Welke zin hoort bij welk verband?

Kies uit:

• concluderend
  
• tijdaangevend (chronologisch)
  
• tegenstellend
  
• opsommend
  
• reden of verklaring
• oorzaak-gevolg

docent.plot26.nl