Hoofdstuk 1 Democratisering van Nederland

Hoofdstuk 1 
Democratisering van Nederland
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 
Democratisering van Nederland

Slide 1 - Diapositive

1.1 Koning en Parlement
  • Koning Willem I in 1813 a/d macht. NL vanaf 1815 een constitutionele monarchie.
  • Willem II wilde geen nieuwe grondwet, toch akkoord uit angst.
  • Wijzigingen in de grondwet:
  • Iedereen zelfde grondrechten.
  • Koning onschendbaar.
  • Ministers hadden ministeriële verantwoordelijkheid.
  • Nederland werd een parlementaire democratie.
  • Luxemburgse kwestie.

Slide 2 - Diapositive

Waarom ging Willem II akkoord met het wijzigen van de grondwet?

Slide 3 - Question ouverte

Welke bewering over de grondwet van 1848 is waar?
A
Ministers kregen ministeriële verantwoordelijkheid
B
Verbod op kinderarbeid
C
Invoering sociale grondrechten
D
Algemeen kiesrecht voor vrouwen

Slide 4 - Quiz

Waaruit bestaat de regering?

Slide 5 - Question ouverte

1.2 Ongelijkheid en emancipatie
  • In Nederland censuskiesrecht en districtenstelsel.
  • Socialisten komen op voor arbeiders en willen algemeen kiesrecht. Belangrijke partij is de SDAP
  • Confessionelen komen op voor gelovigen en willen dat bijzonder onderwijs betaald wordt door de overheid. Belangrijke partijen zijn de ARP (protestanten) en de RKSP (katholieken)
  • Liberalen komen op voor rijke mannen.
  • Iedereen bleef in zijn eigen groep --> verzuiling.

Slide 6 - Diapositive

Politieke stromingen
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien 
met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen:
protestanten en katholieken
Feministen
Gelijkheid
Vrouwen moeten gelijk worden behandeld, streden o.a. voor algemeen vrouwenkiesrecht.

Slide 7 - Diapositive

Van welke politieke groep is dit een campagne poster?

Slide 8 - Diapositive

Socialisten komen op voor?

Slide 9 - Question ouverte

1.3 Het volk krijgt de macht
  • Gevolg van de Industriële revolutie --> sociale kwestie.
  • Eerste sociale wet --> Kinderwetje van van Houten.
  • Kinderwetje is gevolg van sociale kwestie.
  • Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker.
  • Pacificatie van 1917
  • Bijzonder onderwijs en openbaar onderwijs betaald.
  • Algemeen (mannen)kiesrecht.
  • Districtenstelsel vervangen: stelsel van evenredige vertegenwoordiging.

Slide 10 - Diapositive

Was het kinderwetje bedacht door een socialist of liberaal?

Slide 11 - Question ouverte

Welke groep bleef met lege handen achter bij de pacificatie van 1917?

Slide 12 - Question ouverte

1.4 Nederland als parlementaire democratie
  • Ministers, leden van Eerste en Tweede kamer hebben verschillende rechten --> zie volgende slide.
  • In Nederland klassieke en sociale grondrechten.
  • Nederland scheiding der machten.
  • Wetgevende macht
  • Uitvoerende macht
  • Rechterlijke macht

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Als een ministers een wet bedenkt bij welk recht past dit dan?

Slide 15 - Question ouverte

Als iemand van de Tweede kamer vervolgens een wijziging wil aanbrengen in deze wet, hoe noem je dit?

Slide 16 - Question ouverte

Vrijheid van meningsuiting is een voorbeeld van een?
A
Sociaal grondrecht
B
Klassiek grondrecht

Slide 17 - Quiz

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Begrippen --> gebruik je flashcards
  • Jaartallen --> altijd een volgorde vraag.
  • Personen
  • Teksten uit je boek
  • Oefen met examenopdrachten
  • Vragen uit de kern kunnen beantwoorden

Slide 18 - Diapositive