4H Economie par. 8.3

Checklist par. 8.3 vraag 23
De passiva staan aan de ...(1) van de balans en geeft de ...(2) weer van het bedrijf.
A
1 linkerkant 2 bezittingen
B
1 linkerkant 2 financiering
C
1 rechterkant 2 bezittingen
D
1 rechterkant 2 financiering
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Checklist par. 8.3 vraag 23
De passiva staan aan de ...(1) van de balans en geeft de ...(2) weer van het bedrijf.
A
1 linkerkant 2 bezittingen
B
1 linkerkant 2 financiering
C
1 rechterkant 2 bezittingen
D
1 rechterkant 2 financiering

Slide 1 - Quiz

Checklist par. 8.3 vraag 24
De voorraden horen bij de ...(1) en de inventaris hoort bij de ...(2)
A
1 vaste activa 2 vaste activa
B
1 vaste activa 2 vlottende activa
C
1 vlottende activa 2 vaste activa
D
1 vlottende activa 2 vlottende activa

Slide 2 - Quiz

Checklist par. 8.3 vraag 27
Waar ligt de grens tussen Kort vreemd vermogen en Lang vreemd vermogen
A
1 maand
B
1 jaar
C
10 jaar
D
30 jaar

Slide 3 - Quiz

0

Slide 4 - Vidéo

Balans
Debetzijde <-----------------> Creditzijde
Activa                                                 Passiva
Bezittingen                                          Financiering
                                                                        EV + Schulden

Debetzijde en Creditzijde zijn altijd aan elkaar gelijk

Slide 5 - Diapositive

timer
0:45
Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 6 - Question de remorquage

Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
EV
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)

Slide 7 - Question de remorquage

Financiële overzichten
Financiële overzichten, zoals de Balans en de Resultatenrekening ter verantwoording aan Stakeholders:
- Belastingdienst
- Aandeelhouders
- Banken
- Leveranciers

Slide 8 - Diapositive

Financiele overzichten
We kunnen de financiële situatie van een bedrijf beoordelen adhv de Balans.
Is een onderneming bijvoorbeeld goed  in staat om de schulden terug te betalen.
Bij het niet kunnen terugbetalen van de schulden zou een bedrijf failliet kunnen gaan

Slide 9 - Diapositive

Liquiditeit
Liquiditeit is de mate waarin een onderneming in staat is om de schulden op korte termijn te voldoen

                              Vlottende activa + Liquide middelen
Liquiditeit = ---------------------------------------
                              Kort Vreemd Vermogen

Vuistregel: Liquiditeit  > 2 is voldoende

Slide 10 - Diapositive

Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in welke mate de onderneming aan al haar verplichtingen kan voldoen ( dus ook die op lange termijn )

Een hoge solvabiliteit geeft verschaffers van vreemd vermogen vertrouwen dat ze geld aan een onderneming kunnen uitlenen

Slide 11 - Diapositive

Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in welke mate de onderneming aan al haar verplichtingen kan voldoen ( dus ook die op lange termijn )

Solvabiliteitspercentage = TV / VV x 100%

Vuistregel: Solvabiliteitspercentage > 150%  is voldoende

Slide 12 - Diapositive

Wie is er niet heel erg geïnteresseerd in de liquiditeit en solvabiliteit van een onderneming?
A
Bank
B
Verhuurder
C
Debiteur
D
Crediteur

Slide 13 - Quiz

Checklist par. 8.3 vraag 29, 31

Slide 14 - Diapositive

Checklist par. 8.3 vraag 29, 31
29> Debet: 500.000 + 80.000 + 50.000 + 70.000 = 700.000
EV = 700.000 - 270.000 - 20.000 - 10.000 = 400.000

31> Liquiditeit = ( 165 + 235 ) / ( 80 + 20 ) = 4,0, prima

Solvabiliteit = 1.000 / ( 300 + 80 + 20 ) x 100% = 250%, prima

Slide 15 - Diapositive

Hw.
Checklist par. 8.3, 8.4 en 8.5

Slide 16 - Diapositive