§3.2 Het bestuur van de polis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

§3.2 Het bestuur van de stadstaat

• hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en een aristocratie.
• kenmerken van het bestuur van een tiran
  
• hoe Atheense burgers zichzelf bestuurden
  

• Kenmerkend aspect: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat
  

Bestuurders en onderdanen

Bestuurders  en onderdanen

• Griekse stadstaten waren onafhankelijk: als een staat of persoon over zichzelf beslist. Ze werden op verschillende manieren bestuurd.
  
• Tot de 8e eeuw waren de meeste stadstaten een monarchie: staat met één vorst.
  
• In de 8e eeuw ontstond verzet tegen de heerschappij (bestuur, regering) van de koningen.  
• De edelen vervingen de monarchie door een aristocratie: regering van een groep aanzienlijke mensen.  

Goede en slechte tirannen

• Soms heerste in een stadstaat een tiran: alleenheerser die onwettig de macht heeft gegrepen. Dit noem je een tirannie.
  

• Er waren goede en slechte tirannen. Een voorbeeld van een goede tiran is de Athener Pisistratus.
• Pisistratus was erg geliefd. Hij bevorderde de nijverheid en verbeterde de rechtspraak: beslissen over toepassing van wetten. 

Democratie

• Vanaf 507 v.C. kreeg Athene een nieuwe bestuursvorm: democratie.
  
• Alle beslissingen over de stadstaat werden in de volksvergadering genomen door de Atheense burgers. Dit waren vrije mannen van wie de ouders in de stadstaat waren geboren.
  
• Dingen die te maken hebben met bestuur noemen we politiek. Dit woord is afgeleid van polis (stadstaat).
  
• Burgerschap en wetenschappelijk denken is een kenmerkend aspect van de tijd van Grieken en Romeinen. 

Democratie

• Iedere burger van Athene, arm of rijk mocht in deze vergadering zijn zegje doen en meestemmen

• Besliste over oorlog en vrede
• Benoemden ambtenaren
• Regelden de financiën
• Sloot bondgenootschappen

• Voorbereiding van vergadering
• Houden toezicht op ambtenaren

De rechters straften mensen die zich niet aan de regels hielden

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen