Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
CURSUS 4: Taal
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL
§4 Thematische uitdrukkingen
Slide 1 - Diapositive
Je weet wat thematische uitdrukkingen zijn en waarom we die gebruiken.
Lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
Zijn vaste combinaties van woorden.
Zijn ook altijd figuurlijk bedoeld.
Uitdrukkingen
Slide 3 - Diapositive
Thematische uitdrukkingen
Uitdrukkingen zijn vaste combinaties van woorden.
Veel van deze uitdrukkingen zijn thematisch. Denk bijvoorbeeld aan het weer, dieren of het menselijk lichaam:
Na regen komt zonneschijn.
Blaffende honden bijten niet.
Een oogje op iemand hebben.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Letterlijk taalgebruik
Taal waarmee je precies bedoelt wat er staat.
- Marlou praat graag met haar klasgenoten.
- Kevin is net jarig geweest.
Slide 7 - Diapositive
Taal waarmee je iets anders bedoelt dan wat er staat.
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes zijn figuurlijk taalgebruik. Er wordt vaak een beeld (figuur) gebruikt.
Figuurlijk taalgebruik
Slide 8 - Diapositive
Letterlijk of figuurlijk?
Slide 9 - Diapositive
Iemand aan de tand voelen betekent 'iemand ondervragen, proberen iemand informatie te ontfutselen'. Deze uitdrukking komt uit de paardenhandel, waarbij men de tanden van het paard bevoelde om de ouderdom te bepalen
Slide 10 - Diapositive
Wat?
Cursus 4 Taal, paragraaf 6: opdracht 1, 2, 3 en 4 - blz. 96/97 Basis - T/H
blz. 98-99 Kader
Hoe?
Zelfstandig
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Klaar?
maak af woordenschat 1. kopen en 2. internationaal of maak cursus 7 spelling par. 7 verkleinwoorden online (of blz. 236-237 KGT - T/H)
Aan het werk
Slide 11 - Diapositive
Je weet wat thematische uitdrukkingen zijn en waarom we die gebruiken.
Lesdoelen
Slide 12 - Diapositive
Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?
Slide 13 - Diapositive
Wat is letterlijk taalgebruik? Beschrijf het in je eigen woorden.
Slide 14 - Carte mentale
Wat is figuurlijk taalgebruik? Beschrijf het in je eigen woorden.
Slide 15 - Carte mentale
Waarom gebruiken we nog steeds (thematische) uitdrukkingen? Leg uit je in je eigen woorden.
Slide 16 - Question ouverte
Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?