TV 6

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leg uit waarom de afbeelding die je op de vorige slide hebt gezien past bij Kenmerkend Aspect 23: Het streven naar absolute macht.
A
Filips II wilde zijn macht delen met het volk.
B
Filips II streefde naar uniformering en centralisering.
C
Filips II werd afgezet door de keizer.
D
Filips II deelde zijn macht met de Staten-Generaal.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

Samenwerking tussen Noorden en Zuiden van de Nederlanden
A
Unie van Atrecht
B
Unie van utrecht
C
Pacificatie van Gent
D
Apologie

Slide 4 - Quiz

Een verbond van Franstalige gewesten die vrede sluiten met de spanjaarden
A
Unie van Utrecht
B
Unie van Atrecht

Slide 5 - Quiz

Bij wie sloten de Unie van Atrecht zich aan?
A
Willem van Oranje
B
Filips II

Slide 6 - Quiz

Twee gegevens:
1 In 1630 veroverde de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC)
de stad Recife in Brazilië. Rondom de stad lagen veel suikerplantages.
2 In 1637 veroverde de WIC het fort Elmina aan de kust van het huidige
Ghana.
Leg uit dat de verovering van Recife de inname van Elmina wenselijk
maakte.

Slide 7 - Question ouverte

Lees de tekst 'Een handelaar als vorst', op blz. 105.
Leg uit waarom de Republiek in de 17e eeuw een uitzondering was op de rest van de landen in Europa als het gaat om de manier waarop de Republiek werd bestuurd.

Slide 8 - Question ouverte

Welke twee Kenmerkende Aspecten horen bij paragraaf 6.1?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe wordt de Republiek rijk?
  • Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen

  • Vooral veel zuivelproducten

  • Oplossing: stapelmarkt.

  • Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producent

Slide 10 - Diapositive

Moedernegotie
 De handel met de landen rond de Oostzee wordt de moedernegotie ( de moeder van de handel) genoemd. Deze handel zorgt voor de grootste rijkdom. 

Slide 11 - Diapositive

Moedernegotie

Slide 12 - Diapositive

Koppel de juiste goederen aan de bron van herkomst 

Slide 13 - Question de remorquage

Val van Antwerpen 1585

Slide 14 - Diapositive

A'dam wordt stapelmarkt

Slide 15 - Diapositive

Amsterdam was een stapelmarkt. Wat is een stapelmarkt?

Slide 16 - Question ouverte

Kenmerkende aspecten
23. Het streven van vorsten naar absolutisme.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handedlscontacten, handelskapitalisme en het begin van de wereldeconomie. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Vragen:
Staten-Generaal en Gewestelijke Staten
14. Leg uit hoe de macht in de net nieuw gestichte Republiek de Zeven Verenigde Nederlanden was georganiseerd.
15. Leg uit welke verantwoordelijkheden de Staten-Generaal en welke taken de gewesten hadden.
Staten-Generaal Gewesten:
16. Leg uit wat particularisme betekent voor de gewesten. 
Stadhouder en raadspensionaris 
17. Leg uit welke twee functionarissen veel macht hadden. Omschrijf wat hun taak was en hoe werd bepaald wie deze functie kreeg.
Stadhouder Raadspensionaris  Het Twaalfjarige Bestand 
18. Leg uit welke twee groepen er tijdens de oorlog tegen Spanje in de Republiek ontstonden en hoe hun situatie was.
Oranjegezinden Staatsgezinde
19.  Leg uit waarom en hoe er een wapenstilstand werd gesloten.  
20. Leg uit hoe er in de Republiek een burgeroorlog dreigde uit te breiden.
21. Leg uit hoe Maurits reageerde op de actie van Van Oldenbarnevelt waarbij hij steden het recht gaf om een leger in te huren om de rust te handhaven en de vrijheid te beschermen.
22. Leg uit wat de gevolgen van de berechting van Van Oldenbarnevelt voor de gematigde protestanten waren.

Slide 19 - Diapositive

KA 6.3
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
26. De wetenschappelijke revolutie.

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan uitleggen dat de wetenschappelijke revolutie een voortzetting en een gevolg was van de kritische manier van denken van het humanisme.
Je kunt met een voorbeeld duidelijk maken hoe de wetenschappelijke kennis werd uitgebreid. 
Je kunt beschrijven hoe de overheid wetenschappelijk onderzoek bevorderde. 

Slide 21 - Diapositive

Wetenschappelijke revolutie

Slide 22 - Carte mentale

Wetenschappelijke revolutie
- Nieuw mens en wereldbeeld
- Copernicus legt basis
- Verstand en waarneming
- Niet bedoeld om het ongelijk van de kerk aan te tonen.

Slide 23 - Diapositive

Natuurwetenschappers
Francis Bacon
Jan Swammerdam
Antonie van Leeuwenhoek
Christiaan Huygens

Slide 24 - Diapositive

Opdracht
1. De wetenschappelijke revolutie
2. Natuurwetenschappers
3. Wetenschap en de kunst voor de koning
4. burgerkunst in de Republiek

Gebruik de leerdoelen.
Maak een woordspin zoals ik voor tijdvak 6.2 heb gemaakt. 

Slide 25 - Diapositive