Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Planning
Korte herhaling pvtt - pvvt (10min)
Uitleg werkwoordspelling voltooide tijd(10min)
Aan de slag met werkbladen! (10min)
NOS-stories - kijkopdracht + nabespreking(30min)
Slide 1 - Diapositive
werkwoorden met be-, ge-, ver-, ont-, her- of over-
Het gebeurtwel eens dat ik mijn boeken vergeet.
PV (TT)
Eris vlakbij school een ernstig ongeluk gebeurd.
volt.deelwoord (VT)
Slide 2 - Diapositive
Vorige week had je me ook een cadeautje beloofd.
________
a: goed b: fout
persoonsvorm (TT) of voltooid deelwoord (VT)?
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quiz
Maak een zin met 'hij/zij' + 'zwemmen' als voltooid deelwoord
Slide 4 - Question ouverte
Opletten: lastige werkwoorden
Werkwoorden die beginnen met be-,ge-,ver-,ont-,her- of over- klinken in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd hetzelfde, maar vaak schrijf je de werkwoorden anders.
gebeurt of gebeurd?
verandert of veranderd?
herstelt of hersteld?
Slide 5 - Diapositive
Maak een zin met 'hij/zij' + 'herstellen' in de tegenwoordige tijd.
Slide 6 - Question ouverte
De kleine Teun verstopt zich achter de boom.
a: goed b: fout
persoonsvorm (TT) of voltooid deelwoord (VT)?
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quiz
Persoonsvorm
Soms gebeurt dat.
Dat verandert niets.
Zij herstelt haar scooter.
Voltooid deelwoord
Het is gebeurd.
Het is niet veranderd.
Zij heeft haar scooter hersteld.
Is het een pv? JA
TTof VT? TT
Regel? ik-vorm+t
Is het een pv? NEE
Regel? Maak langer, hoor je -t of -d? Schrijf op wat je hoort.
Slide 8 - Diapositive
DOEL
- je weet wanneer je een -t of een -d moet gebruiken als de persoonsvorm TT hetzelfde klinkt als het voltooid deelwoord
- je kan verwijswoorden als die/dat/met wie/waarmee correct gebruiken in een zin
lastige werkwoorden + verwijswoorden
Slide 9 - Diapositive
werk woorden met be-, ge-, ver-, ont-, her- of over-