2E dinsdag 4 oktober 1.4 deel 3 en 1.7 deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

GOEDEMORGEN 

Boek, schrift, agenda, pen op tafel.

Toetsinhaal...

Weet iedereen waar en wanneer je inhaaltoets hebt?

www.huygens-college.nl

Terugblik gisteren

LATEN WE DIT DOEN:

Jullie laten me het eerste deel van de les UITLEGGEN

Jullie WERKEN daarna stil als ik dat vraag. 

BELONING: meer tijd voor spelletjes, filmpjes en quizjes.

NOG BELANGRIJKER: GOEDE CIJFERS. 

WAAR WAREN WE?

TOETS VRIJDAG 14 OKTOBER

H1.4: Schrijven en formuleren

H1.7 Grammatica

H.1.8 Spelling

Lesdoelen vandaag

Lesdoel H1.4: Ik kan vertellen welke stappen je zet om een zakelijke brief te schrijven

Lesdoel H1.7: Ik kan vertellen welke zinsdelen de persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp zijn.

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk controle en laatste opdracht H1.4

2. Uitleg H1.7

3. Aan de slag met H1.7 (dan kan je ook je toets inzien)

4. Spel: PIMPAMPETTEN

5. Lesafsluiting

Zakelijke brief

IS DIT EEN GOEDE BRIEF?

H.1.4 leert je stappen om brief te schrijven

1. Bedenk wat voor brief je gaat schrijven: zakelijk of niet?

2. Wat is het onderwerp, aan wie schrijf je?

3. Wat wil je van diegene en waarom?

4. Schrijf de brief volgens de opbouw die je hebt geleerd.

5. Beoordeel je brief en verbeter als dat nodig is. 

Opdrachten blz 46

Maak opdracht 12 - de belangrijkste stap!

zinsdelen? o? pv? lv? wwg?

Morgen koop ik appelmoes

Stappen:

1. Zoek eerst de pv, dit is altijd een werkwoord. 

2. Zoek dan het onderwerp: wie / wat + pv?

3. Zoek dan het ww gezegde: alle werkwoorden. 

4. Zoek dan het lijdend voorwerp: wie/wat + ww gezegde + onderwerp?

Aan de slag...

Maak opdracht 1 t/m 8 van H1.7. 

Dit is huiswerk voor vrijdag. 

Maak zoveel mogelijk af in de les. 

Als je klaar bent, 

start je met 9 t/m 11 van H1.7.

Spelletje

Drie mensen gaan staan. 

www.taalboost.nl

Lesdoelen vandaag

Lesdoel H1.4: Ik kan vertellen welke stappen je zet om een zakelijke brief te schrijven

Lesdoel H1.7: Ik kan vertellen welke zinsdelen de persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp zijn.

Evaluatie

• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

HUISWERK: Maak opdracht 1 t/m 11 van H1.7. 

SCHRIJF IN JE AGENDA!