5. Integratie gaat niet vanzelf

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

5. Integratie gaat niet vanzelf

leerdoelen

- Welke 3 fases  heeft het proces van integratie?

- Welke problemen en botsingen heeft dit proces?

- Wat is discriminatie is wat doen we er tegen?

Vandaag eerste lesuur:

1. Meedoen met de uitleg + discussie + samen opdrachten maken.

2. Samenvatten en maken:50-53.

3. Werken aan de leerdoelen van H5.

4. Opdrachten maken van blz. 51, 53, 56 en 57.

Antwoordenboeken liggen voorin in de klas.

Fases in het integratieproces

1. Vermijding
2. Conflict
3. Aanvaarding

Fase 1: vermijding

Immigranten worden in het begin gezien als vreemdelingen.

Contact tussen nieuwkomers en autochtone bevolking wordt vermeden.

Beide groepen ervaren een gevoel van verlies

Om het gevoel van gemis zo klein mogelijk te maken gaan mensen vooral om met hun eigen groep

Fase 2: conflicten

Nieuwkomers en de autochtone bevolking komen elkaar toch tegen. Dat houdt je niet tegen in een dichtbevolkte samenleving zoals Nederland.

De twee groepen storen zich aan elkaar. Wat de ene groep heel normaal vindt (geloof, waarden, gewoontes) wordt als gek ervaren door de ander.

Twee soorten conflicten

Botsende  waarden, normen en gewoonten

Discriminatie

Filmpje:

Welke waarde heeft de imam,

welke waarde de minister?

Welke waarden botsen dus?

0

Welke waarde heeft de imam,
welke waarde de minister?
Welke waarden botsen dus?

Fase 3: aanvaarding

Er komt een moment dat mensen beseffen dat het land veranderd is en dat dit zo zal blijven. We moeten er samen wat van maken.

Aanvaarding komt van twee kanten door: respect voor elkaars cultuur en tolerantie.

integratie verschilt vaak per generatie

1ste generatie: 

2de generatie:

3de generatie:

Deze groep besloot naar Nederland te verhuizen.
Houden vaak vast aan eigen cultuur.

Zijn de kinderen van...
Zij groeien op in  beide culturen, dit is moeilijk. Ze hebben soms het gevoel nergens echt bij te horen

Zijn de kinderen van de kinderen....
Zij voelen zich vaak het meest Nederlander, ze zijn hier opgegroeid en weten niet meer hoe het in het land van opa en oma was.

5.2 Botsende waarden, normen en gewoonten:

1. Boerkaverbod
2. Meisjesbesnijdenis
3. Homoseksualiteit
4. Inenten
5. Uithuwelijken
6. Zwarte piet 

Docenten mogen geen
boerka's dragen.

Voor

Tegen

Boerka's moeten verboden worden.

Voor

Tegen

Meisjesbesnijdenis hoort bij vrijheid van geloof. Het mag dus niet verboden zijn.

Voor

Tegen

Een christelijke of islamitische school mag een homoseksuele docent weigeren i.v.m. vrijheid van godsdienst.

Voor

Tegen

Inenten zou verplicht moeten worden.

Voor

Tegen

Er moeten strenge straffen komen voor vaders die hun dochter uithuwelijken.

Voor

Tegen

Vandaag eerste lesuur:

1. Meedoen met de uitleg + discussie + samen opdrachten maken.

2. Samenvatten en maken:50-53.

3. Werken aan de leerdoelen van H5.

4. Opdrachten maken van blz. 51, 53, 56 en 57.

Antwoordenboeken liggen voorin in de klas.

Vandaag tweede lesuur:

1. Samen lezen en maken 5.3

2. Samenvatten en maken: 54-55.

3. Werken aan de leerdoelen van H5.

4. Opdrachten maken van blz. 55, 58, 59, 60 en 61.

Antwoordenboeken liggen voorin in de klas.