H3 herhaling chapitre 2 II
1 / 22
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Vervang het meewerkend voorwerp in onderstaande zin:
"Je voudrais parler au directeur du collège"
"Je voudrais parler au directeur du collège"
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
komen
terugkomen
worden
revenir
venir
devenir
Slide 9 - Question de remorquage
vous (venir, imparfait)
Slide 10 - Question ouverte
venir, je (futur)
Slide 11 - Question ouverte
venir, elle (présent)
Slide 12 - Question ouverte
venir, ils (passé composé)
Slide 13 - Question ouverte
Passé Composé
Wat weet je nog?
Wat weet je nog?
Slide 14 - Carte mentale
Tu as parlé
A
Présent
B
Passé composé
Slide 15 - Quiz
Elle trouve
A
Présent
B
Passé composé
Slide 16 - Quiz
Vous avez travaillé
A
Présent
B
Passé composé
Slide 17 - Quiz
Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
+
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord
Slide 18 - Question de remorquage
Wat zijn de uitgangen in de passé composé?
-er j'ai parl
-ir j'ai grand
-re j'ai perd
i
é
u
