Het is voor een winkelier belangrijk om te weten hoe groot zijn voorraad is.
Voorraad neemt veel ruimte in (en veel ruimte kost ook weer geld).
Maar een winkelier wil ook geen ‘nee’ verkopen aan zijn/haar klanten.
Teleurstellingen zoals ‘nee’ verkoop kun je voorkomen door goed voorraadbeheer.
Door bijvoorbeeld inzicht te hebben in je voorraadkosten.
Hier gaat H3 over.
Slide 8 - Diapositive
Herhaling par. 3.1 t/m 3.4
Als herhaling van par. 3.1 t/m 3.4 gaan jullie een document met oefenopdrachten maken.
In par. 3.1 t/m 3.4 worden de volgende berekeningen behandeld:
Berekenen economische voorraad
Berekenen voorraadkosten
Berekenen voorraadkostenpercentage
Slide 9 - Diapositive
Opdracht par. 3.1 t/m 3.4
Ik deel nu een document met opdrachten met jullie in de chat van deze les.
Jullie gaan de rest van het eerste lesuur bezig met het maken van deze opdrachten.
Daarna kunnen jullie even pauze houden.
Om 14:15 uur komen jullie weer online met de camera aan.
Dan gaan we de opdrachten bespreken en daarna verder met de uitleg van par. 3.5.
Slide 10 - Diapositive
Gemiddelde voorraad (par. 3.5)
Voor het schatten van de benodigde ruimte, de financieringskosten en het verzekeren van de voorraad, werk je meestal met de gemiddelde voorraad.
Om de gemiddelde voorraad in aantal stuks te kunnen berekenen, moet je weten hoeveel stuks op verschillende momenten in voorraad zijn.
Als je de gemiddelde voorraad voor een periode wilt berekenen, dan moet je daarvoor weten wat de voorraad aan het begin van de periode was en wat de voorraad aan het eind van de periode was.
Deze voorraden noem je de beginvoorraad en de eindvoorraad.
Een integrale inventarisatie (een inventarisatie van alle artikelen in voorraad) kan helpen bij het vaststellen van de voorraad op een bepaald moment.
Slide 11 - Diapositive
Begin- en eindvoorraad
Beginvoorraad is de werkelijke voorraad die je hebt aan het begin van een periode.
Eindvoorraad is de werkelijke voorraad die je hebt aan het einde van een periode.
Je kunt de voorraad uitdrukken in aantallen (stuks) of in waarde (geld).
Slide 12 - Diapositive
Berekenen gemiddelde voorraad
Je kunt de gemiddelde voorraad berekenen in:
het aantal stuks (de hoeveelheid)
een geldbedrag (de waarde van de gemiddelde voorraad)
Slide 13 - Diapositive
Twee meetmomenten
Je kunt de gemiddelde voorraad berekenen aan de hand van twee meetmomenten in een periode (meestal een maand, kwartaal of een jaar)
Je meet dan met de begin- en eindvoorraad in die periode.
Je krijgt dan de volgende formule.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Op 1 januari is de waarde van de voorraad € 15.800. Op 31 december is de waarde van de voorraad € 14.200. Wat is de waarde van de gemiddelde voorraad?
Slide 16 - Question ouverte
Uitwerking vraag
€ 15.800 + € 14.200 = € 30.000 : 2 = € 15.000
Slide 17 - Diapositive
Meerdere meetmomenten
De meeste ondernemers bepalen hun voorraad vaker per jaar en hebben dus niet twee, maar meer meetmomenten van de voorraad in een periode.
Dit noem je tussenvoorraden.
Als je nu de gemiddelde voorraden wilt berekenen (met meerdere meetmomenten), dan gebruik je alle voorraadaantallen die beschikbaar zijn.
Je krijgt dan de volgende formule.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Oefenvraag: bereken de gemiddelde voorraad
1/1 € 50.000
1/4 € 60.000
1/7 € 80.000
1/12 € 30.000
Slide 21 - Diapositive
Uitwerking oefenvraag
1/1 € 50.000 x 0,5 = € 25.000
1/4 € 60.000 x 1 = € 60.000 1/7 € 80.000 x 1 = € 80.000
1/12 € 30.000 x 0,5 = € 15.000
___________ +
€ 180.000 : 3 = € 60.000
Slide 22 - Diapositive
Oefenvraag
Bereken de gemiddelde voorraad met de volgende voorraadaantallen van de fietstas 'Carrier':
1 januari : 34 stuks
1 april : 30 stuks
1 juli : 40 stuks
1 oktober : 28 stuks
31 december : 22 stuks
Slide 23 - Diapositive
Uitwerking vraag
1 januari : 34 stuks x 0,5 = 17
1 april : 30 stuks x 1 = 30
1 juli : 40 stuks x 1 = 40
1 oktober : 28 stuks x 1 = 28
31 december : 22 stuks x 0,5 = 11 ______ + 126 : 4 = 31,5 (gemiddelde voorraad is 31,5 stuks)
Slide 24 - Diapositive
Huiswerk
Maken par. 3.5 vraag 28 t/m 40 op pag. 128 t/m 131 in je boek
Huiswerkopdracht en inleverdatum zie in Teams
Wie de huiswerkopdracht heeft ingeleverd ontvangt van mij de antwoorden op zijn of haar Deltion mail.