Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Team blau:
Shirin
Milou
Koen
Team rot:
Lieke
Noemi
Victor
Team grün:
Victoria
Jort
Sem
Team rosa:
Rowin
Dodge
Gijs Jary
Team gelb:
Thomas
Tijl
Ward
Team orange:
Scott
Boele
David
Mees
Slide 1 - Diapositive
Herzlich Willkommen
im Deutschunterricht
Montag 20. Februar 2023
Woche 8 - Winter
Heute:
WIEDERHOLUNG + MINI PARCOURS!
Donnerstag: mini-Prüfung + FILM
Slide 2 - Diapositive
Was machen wir heute?
NOG een keer: Grammatica
Wettkampf: 6x5 Minuten > in Gruppen
Slide 3 - Diapositive
Dus:
ich habe - ik heb
du hast - jij hebt
er/sie/es hat - hij/zij/het heeft
wir haben - wij hebben
ihr habt - jullie hebben
sie/Sie haben - zij/u hebben
ich bin - ik ben
du bist - jij bent
er/sie/es ist - hij/zij/het is
wir sind - wij zijn
ihr seid - jullie zijn
sie/Sie sind - zij/u zijn
Slide 4 - Diapositive
stappenplan
zwakke werkwoorden worden op een standaard manier vervoegd/veranderd. Dus afhankelijk van het persoonlijk voornaamwoord. Er komt een andere uitgang bij.
1) Je maakt eerst de stam van een werkwoord (-(e)n) en
2) dan plak je er een uitgang aan vast.
Het ezelsbruggetje hiervoor is:
(FE)ESTTENTEN.
Slide 5 - Diapositive
als je de stam hebt, plak je er dus een uitgang achter.
Slide 6 - Diapositive
hele werkwoord = spielen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
STAM
spiel -
spiel -
spiel -
spiel -
spiel -
spiel -
Ezelsbrug is:
(fe)esttenten
(f
e)
e
st
t
en
t
en
ik speel
jij speelt
hij/zij/het
speelt
wij spelen
jullie spelen
zij spelen
u speelt
Slide 7 - Diapositive
Er zijn twee bijzonderheden
1) bij werkwoorden waar de stam eindigt op een
sis-klank (-s, -ß, -z) >>
Slide 8 - Diapositive
Ich
Du
Er / sie /es
Wir
Ihr
Sie / sie
spiel - e
spiel - st
spiel - t
spiel - en
spiel - t
spiel - en
tanz - e
tanz - st
tanz - t
tanz - en
tanz - t
tanz - en
heiß - e
heiß - st
heiß - t
heiß - en
heiß - t
heiß - en
Slide 9 - Diapositive
REGEL:
werkwoorden waar stam van eindigt op een sis-klank: -s, -ß, -z krijgen GEEN "s" bij de du-vorm
Slide 10 - Diapositive
zwakke ww met stam op -d/-t
ich antwort - e
du antwort - e st
er/sie es antwort - e t
wir antwort - en
ihr antwort - e t
sie/Sie antwort - en
extra "e" bij du, er/sie/es en ihr
!! ook bij ww met stam
op -m of -n
dus: er atmet / ihr zeichnet!!
S. 86
Slide 11 - Diapositive
Wettkampf
Würfelspiel: je gooit met een dobbelsteen en je pakt een werkwoord. Dat werkwoord vervoeg je in de persoon van de dobbelsteen én je schrijft het op
Konjugationmemory: zoek het juiste persoonlijk voornaamwoord bij de juiste vervoeging
Haben/Sein: vervoeg haben en sein > juiste vorm bij juiste persoon
Fragewörter: welke antwoorden horen bij welk vraagnaamwoord (tel het aantal zinnen per vraagnaamwoord)
Vervoeg zoveel mogelijk zwakke werkwoorden
Fehlerdetektiv: onderstreep de foute vervoegingen en schrijf de juiste op je papier
Slide 12 - Diapositive
timer
5:00
Hilfmittel:
NUR dein Buch
Slide 13 - Diapositive
Was musst ihr lernen für die Prüfung?
Zwakke werkwoorden vervoegen incl. de bijzonderheden (dus met stam eindigend op sis-klank (sitzen, tanzen, fixen usw) en met stam op -d of -t/ -m of -n (arbeiten, reden und zeichnen, atmen usw).