Zinnen ontleden

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 7

Zinnen ontleden!

Aan het eind van deze les kunnen jullie een zin ontleden.

Leerdoel:

Wat zijn lidwoorden?

Persoonsvorm
Hoe vind je die?

Wat is de pv?
De kinderen lopen iedere ochtend naar school.

1. De kinderen
2. Lopen
3. Lopen iedere ochtend
4. Naar school

Onderwerp
Hoe vind je het onderwerp?

Wat is het onderwerp?
De kinderen lopen iedere ochtend naar school.

1. De kinderen
2. School
3. Ochtend
4. Iedere ochtend

Werkwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde

de

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?Hebben zij in die nieuwe auto gereden?

1. hebben zij
2. hebben gereden
3. nieuwe auto
4. in die

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Elke dag hebben de chauffeurs hun wagens gewassen.

1. elke dag
2. de chauffeurs
3. hebben gewassen
4. gewassen

Wat is het naamwoordelijk gezegde in de zin?
Joke is boerin in Frankrijk.

1. Joke
2. is boerin
3. in
4. Frankrijk

Wat is het naamwoordelijk gezegde in de zin?
Rosa is alsnog manager geworden.

1. Rosa
2. alsnog
3. is geworden
4. is manager geworden

Lijdend voorwerp

Wie of wat + het onderwerp + het gezegde

De bakker gaat twee broden bakken.

wie of wat + de bakker + gaat bakken? twee broden

Wat is het lijdend voorwerp?
Laura heeft haar huiswerk toch gemaakt.

1. Laura
2. heeft gemaakt
3. toch
4. haar huiswerk

Wat is het lijdend voorwerp?
Onze katten aten de brokjes.

1. onze katten
2. aten
3. de brokjes

Voorzetsels

Wat is het voorzetsel?
Voor de kast ligt en stapel boeken.

1. Voor
2. de kast
3. stapel boek
4. en

Wat is het voorzetsel?
Pleun wilde de hond met de rode stip

1. Pleun
2. met
3. de hond
4. rode stip

Zinnen ontleden!

Maak de eerste opdracht op de website junior einstein: Zinsontleding

https://www.taal-oefenen.nl/taal-groep-7/zinsontleding/van-alles-wat

Hoeveel sterren kun jij halen?

Hoeveel sterren heb jij gehaald?

1. 2 sterren of minder
2. 3 sterren
3. 4 sterren
4. 5 sterren

Goed gedaan allemaal!