Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica zinsontleden
zinsontleding
- Je herkent het werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en de bijwoordlijke bepaling in de zin en kunt ze benoemen.
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-3
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
zinsontleding
- Je herkent het werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en de bijwoordlijke bepaling in de zin en kunt ze benoemen.
Slide 1 - Diapositive
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?
Slide 2 - Question ouverte
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
Hij is vandaag laat thuisgekomen.
Slide 3 - Carte mentale
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Hij is vandaag laat thuisgekomen.
Slide 4 - Carte mentale
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Hij is vandaag laat thuisgekomen.
Slide 5 - Carte mentale
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
De jongen fietste gisteren naar het café en dronk daar een cola.
Slide 6 - Carte mentale
Wat is/zijn de persoonsvorm(en) in deze zin?
De jongen fietste gisteren naar het café en dronk daar een cola.
Slide 7 - Carte mentale
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
De jongen fietste gisteren naar het café en dronk daar een cola.
Slide 8 - Carte mentale
Wat is de persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
Piet
heeft
een blikje cola
in de pauze
gedronken
Slide 11 - Question de remorquage
twee persoonsvormen
heeft
De man
de hele nacht
gedanst
en
is
om zes uur 's ochtends
pas
gaan
slapen.
Slide 12 - Question de remorquage
Welke woorden kunnen gemist worden in de volgende zin:
Mijn oom / repareert / zijn scooter / vandaag / in de schuur.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Vidéo
Slide 15 - Vidéo
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?
Slide 16 - Question ouverte
Wat geeft het onderwerp in een zin aan?
A
Geeft aan dat er iets gebeurt.
B
Geeft aan wie of wat iets doet.
C
Geeft alle werkwoorden in een zin aan.
Slide 17 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 18 - Question de remorquage
Slide 19 - Vidéo
Slide 20 - Vidéo
werkwoordelijk gezegde
heeft
De man
mooie, grote, rode rozen
gekocht
om zeven uur 's ochtends
op de markt
voor zijn moeder
Slide 21 - Question de remorquage
het onderwerp
heeft
De man
mooie, grote, rode rozen
gekocht
om zeven uur 's ochtends
op de markt
voor zijn moeder
Slide 22 - Question de remorquage
het lijdend voorwerp
heeft
De man
mooie, grote, rode rozen
gekocht
om zeven uur 's ochtends
op de markt
voor zijn moeder
Slide 23 - Question de remorquage
meewerkend voorwerp
heeft
De man
mooie, grote, rode rozen
gekocht
om zeven uur 's ochtends
op de markt
voor zijn moeder
Slide 24 - Question de remorquage
bijwoordelijke bepaling
heeft
De man
mooie, grote, rode rozen
gekocht
om zeven uur 's ochtends
op de markt
voor zijn moeder
Slide 25 - Question de remorquage
werkwoordelijk gezegde
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 26 - Question de remorquage
onderwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 27 - Question de remorquage
lijdend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 28 - Question de remorquage
meewerkend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 29 - Question de remorquage
bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 30 - Question de remorquage
zin ontleden
Verzin een zin
het volgende moet er in zitten:
- werkwoordelijk gezegde
- onderwerp
- lijdend voorwerp
- meewerkend voorwerp
- bijwoordelijke bepaling
Slide 31 - Diapositive
zin ontleden
Verzin een zin
het volgende moet er in zitten:
- werkwoordelijk gezegde
- onderwerp
- lijdend voorwerp
- meewerkend voorwerp
- bijwoordelijke bepaling
Slide 32 - Diapositive
zin ontleden
Geef de zin aan je buurman/buurvrouw
zij/hij ontleedt jouw zin
Klaar??
Kijk de zin na en geef feedback aan je buurman/buurvrouw
Slide 33 - Diapositive
Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.
Slide 34 - Question ouverte
Volgende week woensdag
Iedereen neemt een tijdschrift mee naar de les
Slide 35 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica zinsontleden
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsontleden
Mai 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-3
Sterrenbeelden 2021 augustus
Novembre 2020
- Leçon avec
38 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
31-1 Grammatica zinsontleden
Janvier 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsontleding 3.7 30 nov 2023
Novembre 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-3
Zinsontleding
Avril 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Herhaling 2A Examens
il y a 22 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica zinsdelen
Février 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3