M1 H2.1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Agenda

• Welkom (huiswerk)
• Uitleg 1.2
• Samenwerken 
• Afsluiting

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen dat een ruil tot stand komt als deze wederzijds voordeel oplevert
  
  
• Je kunt het wederzijds voordeel van een ruil berekenen met de ruilverhouding

§1 van ruilen komt geen huilen - Wederzijds voordeel

Wanneer je behoeften hebt maar hier niet de

middelen voor hebt kan je ruilen:

• Persoon A wil bellen; A heeft: geen beltegoed, wel snoep
• Persoon B wil snoepen; B heeft geen soep, wel beltegoed

Elke partij is zowel vrager als aanbieder van een middel bij een ruil

§1 van ruilen komt geen huilen - Wederzijds voordeel

Wederzijds voordeel:
Iedere partij heeft baat bij de ruil.

-> ze gaan er op vooruit

Een ruil komt alleen tot stand als dat wederzijds voordeel oplevert

§1 van ruilen komt geen huilen - Wederzijds voordeel

Zonder ruil: Iedereen leeft zelfvoorzienend

Je hebt het dan over een economie in autarkie

• Een economie zonder ruil
• Iedereen gebruikt alleen eigen middelen, kennis en vaardigheden

In een economie waar geruild wordt: bevredigen mensen hun behoeften beter dan in een economie in autarkie

§1 van ruilen komt geen huilen - Wederzijds voordeel

Ruilverhouding:

De waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van het andere middel.

1 paar sportschoenen = 3 boeken -> de ruilverhouding is 1 : 3

Joeri: bereid om 4 boeken te ruilen voor 1 paar sportschoenen

Kasper: bereid om 1 paar sportschoenen te ruilen voor 2 boeken 

Emma wil 1 concertkaartje ruilen voor 4 boeken. De ruilverhouding is 1 : 5 (1 kaartje tegen 5 boeken). Joeri heeft 6 boeken om te ruilen en wil graag een concertkaartje. Gaat deze ruil door, gebruik wederzijds voordeel in je antwoord

Samenwerken

Wat:

Huiswerk 2.,1

Hoe:

overleggen

Klaar:

Huis/leerwerk ander vak 

Rustig iets voor jezelf doen

Volgende les:

- lees paragraaf 2.2