H4 grafieken
1 / 25
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
A = de verticale as
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
B=de horizontale as
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
De coördinaten van punt B
A
(5,1)
B
1,5
C
5,1
D
(1,5)
Slide 5 - Quiz
De coördinaten van punt c
A
B
4,5
C
5,4
D
(4,5)
Slide 6 - Quiz
Hoe noem je punt O.
Slide 7 - Question ouverte
Een grafiek waar geen getallen bij de assen staan, heet een globale grafiek.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Dit is een globale grafiek
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Over welk verband gaat deze grafiek?
Slide 10 - Question ouverte
De groene stukken noemen we
A
dalend
B
stijgend
C
constant
Slide 11 - Quiz
De rode stukken noemen we
A
dalend
B
stijgend
C
constant
Slide 12 - Quiz
Het blauwe stuk noemen we
A
dalend
B
stijgend
C
constant
Slide 13 - Quiz
Welke hoogte hoort bij 35 km? ..... m (alleen getal invullen)
Slide 14 - Question ouverte
Deze grafiek gaat over de groei van een puppy
De puppy woog 700 gram na ........ dagen
De puppy woog 700 gram na ........ dagen
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het verband in deze grafiek?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
afstand in km
tijd in kwartieren
Slide 19 - Question de remorquage
Bij wiskunde teken je altijd met een .......
Slide 20 - Question ouverte
Waarom tekenen we een zaagtand in een grafiek?
A
Omdat dat mooi is
B
omdat de eerste stapgrootte niet even groot is als de rest
C
dat hoort bij de verticale as
D
omdat de stap groter is dan 1
Slide 21 - Quiz
Aan het begin van de as wordt soms een zaagtand gebruikt.
Waarom denk je?
Waarom denk je?
A
Ziet er grappig uit.
B
Dat moet altijd.
C
Als je van zagen houdt.
D
Dit voorkomt een groot leeg deel in een assenstelsel.
Slide 22 - Quiz
Wat is de verticale stapgrootte?
A
6
B
3
C
2
D
1
Slide 23 - Quiz
Wat is de stapgrootte op de verticale as?
A
22
B
2
C
5
D
25
