Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Een metro rijdt een station binnen. De motor is uit en de bestuurder remt niet. Er is geen wrijvingskracht. De metro rijdt 2,0 m omhoog. Welke energie vergelijking hoort hier bij?
A
W = Ez
B
Ek = Ez
C
Ek = W
Slide 2 - Quiz
Als Ek = Ez kun je deze formule afleiden. De trein heeft een snelheid van 27 km/h en gaat 2,0 m omhoog? Haalt de metro die hoogte met deze snelheid?
A
Ja, je houdt nog 0,9 meter over.
B
Nee, je komt 0,9 m te kort.
C
Ja, je houdt nog 35 meter over.
D
Nee, je komt 35 m te kort.
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
De metro haalt dus de hoogte en bovenaan heeft hij nog snelheid over. Met welke energievergelijking kun je die snelheid bovenaan uitrekenen?
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
Om de eindsnelheid uit te rekenen, kun je deze energievergelijking uitwerken. Op welke vergelijking kom je dan uit?
A
B
C
D
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
De trein reed met een snelheid van 27 km/h en ging 2,0 m omhoog. Welke snelheid had hij bovenaan nog over?