Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Tut 21-02-2022
Tutorium Sprachkurs Niederländisch
In de startblokken - hoofdstuk 9
21 januari 2022
Merlin Thörmann
Tutorium
Niederländisch
/ 21-01-2022 / Hoofdstuk 9
1 / 49
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
WO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
49 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Tutorium Sprachkurs Niederländisch
In de startblokken - hoofdstuk 9
21 januari 2022
Merlin Thörmann
Tutorium
Niederländisch
/ 21-01-2022 / Hoofdstuk 9
Slide 1 - Diapositive
Hoe gaat het met jou vandaag ? 🤓
Slide 2 - Question ouverte
Vandaag
Perfectum + Schrijfopdracht
Woordenschat H9
Herhaling H8: Objectvormen + Conjuncties
Lezen: Dialoog H9
Spreken!
Luisterfragment
Slide 3 - Diapositive
In welchem Satz steht das Verb 'doen' im Perfectum?
A
Dat deed jij.
B
Dat heb jij gedaan.
C
Dat doe jij.
D
Dat zal jij doen.
Slide 4 - Quiz
Opdracht
1) Notiere alle Perfektformen, die du im Lied von
Meau
finden kannst auf.
2) Schreibe so viele neue Wörter wie möglich auf.
Slide 5 - Diapositive
genius.com
Slide 6 - Lien
Slide 7 - Vidéo
'Perfectum' bij Meau
Slide 8 - Carte mentale
Wie wird das 'Perfectum' gebildet?
(S. 111)
Slide 9 - Question ouverte
Weitere Beispiele 'Perfectum'
Slide 10 - Carte mentale
Het perfectum
Schwache
Verben:
ge + Stamm + -t/d
ge + werk + t
ge + speel + d
Starke
Verben:
ge + Stamm (Vokalwechsel) + -en/n
ge + gaa + n
1) Endet der Stamm bereits auf t oder d, wird kein zusätzliches t oder d angefügt.
praten - praat - gepraat
leiden - leid - geleid
Slide 11 - Diapositive
2) Steht im Infinitiv ein v oder z, aus dem im Partizip Perfekt f/s wird (f/v- und s/z- Wechsel !!!), endet das Partizip trotzdem auf -d
proeven - proef - geproefd
reizen - reis - gereisd
3) Wann -d und wann -t? Die Konsonanten, nach denen die Endung -t folgt, kann man sich anhand der Wortgruppe '
t
s
e
x
y
f
o
ksch
aa
p
merken.
Slide 12 - Diapositive
zijn of hebben?
Slide 13 - Diapositive
Participium van:
slapen - antwoorden - koken - studeren
Slide 14 - Question ouverte
Participium van:
luisteren - kopen - verhuizen - afspreken
Slide 15 - Question ouverte
Schrijfopdracht
Schrijf op wat je gisteren gedaan hebt. Gebruik de onderstaande woorden en maak volledige zinnen in het perfectum.
opstaan - slapen - werken - studeren - familie - vrienden - ´s morgens - ´s middags - ´s avonds - ...
Slide 16 - Diapositive
Schrijfopdracht
Slide 17 - Question ouverte
Vraagwoorden
Slide 18 - Carte mentale
het hoofd
de nek
de buik
de knie
de voet
Slide 19 - Question de remorquage
Was fehlt Ihnen?
Slide 20 - Question ouverte
Haben Sie Fieber?
Slide 21 - Question ouverte
Wo haben Sie schmerzen?
Slide 22 - Question ouverte
Ich habe Halsschmerzen
Slide 23 - Question ouverte
de enkel
A
das Enkelkind
B
der Facharzt
C
der Knöchel
D
der Eimer
Slide 24 - Quiz
Grammatica
Objectvormen
Preposities
Slide 25 - Diapositive
Objectvormen
rood:
subjectvormen
blauw:
objectvormen
Ik
jij
u
hij
zij
wij
jullie
zij
mij/me
jou/ je
u
hem
haar
ons
jullie
hen/ze
Slide 26 - Question de remorquage
Ik vind de soep niet zo lekker. Ik vind [?] te vet.
Slide 27 - Question ouverte
Hoe gaat het met je vrouw? Doe [?] de groeten.
Slide 28 - Question ouverte
Christine woont nu ook in Leiden. Ik zie [?] vaak.
Slide 29 - Question ouverte
Goedendag meneer, kan ik [?] helpen?
Slide 30 - Question ouverte
preposities
Slide 31 - Carte mentale
Conjuncties
en
of
maar
want
dus
Slide 32 - Diapositive
Ik moet werken, ___ ik kan niet met je naar de makelaar.
A
want
B
dus
C
of
D
maar
Slide 33 - Quiz
Ik begrijp de serveerster niet, ___ ze praat zo zacht.
A
en
B
maar
C
want
D
dus
Slide 34 - Quiz
Ik wil deze week graag in een restaurant eten, ___ niet op woensdag.
A
en
B
maar
C
want
D
dus
Slide 35 - Quiz
Dialoog lezen: Bij de huisarts
blz. 107
Slide 36 - Diapositive
Spreken !!!
Slide 37 - Diapositive
Uitspraak
blz. 116 (9.7)
Slide 38 - Diapositive
Rollenspel arts - patiënt (blz. 115)
timer
5:00
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
Waar plaatste Boef het filmpje?
A
Facebook
B
Twitter
C
Instagram
D
YouTube
Slide 41 - Quiz
Wat is het onderwerp van het nieuwsbericht?
Slide 42 - Question ouverte
Hoeveel te hard reed Boef?
A
300 km/u
B
80 km/u
C
170 km/u
D
Hij reed eigenlijk niet te hard.
Slide 43 - Quiz
Van welk recht heeft Boef gebruik gemaakt in de rechtbank?
A
zwijgrecht
B
ontkenningsrecht
C
videobewijsrecht
D
aanrecht
Slide 44 - Quiz
Waarom vindt de advocaat dat Boef vrijgesproken moet worden.
A
Hij vond het niet erg dat Boef zo hard reed.
B
Hij vond dat de rechter boef discrimineerde omdat hij bekend is.
C
Hij zei dat het niet te bewijzen is dat het Boef was die te hard reed.
D
Volgens hem is Boef gewoon een onschuldige rapper.
Slide 45 - Quiz
Hoe lang duurt het voor Boef de uitspraak van de rechter te horen krijgt?
A
1 week
B
3 weken
C
2 weken
D
4 weken
Slide 46 - Quiz
Hoe vond je deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 47 - Sondage
Was möchtest du nächstes Mal machen?
Slide 48 - Question ouverte
Tot de volgende keer!
Slide 49 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Starke Verben im Präsens uitleg met dia's
Mai 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Unterrichtswoche 2
Septembre 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Starke Verben im Präsens
Juin 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Tut 28-02-2022
Janvier 2022
- Leçon avec
40 diapositives
NT2
WO
Studiejaar 1
Starke Verben
Septembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Starke Verben
Mars 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
V5 16.09.2021
Septembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Schwache Verben Präteritum
Janvier 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3