Verwijswoorden 1.4 klas 3k

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Verwijswoorden 1.4 klas 3k

DAT, DIE, WAT

Welke zin leest het fijnst?

1. Ik ga naar Ameland, ik vind het leuk dat ik naar Ameland ga.
2. Ik ga naar Ameland, dat vind ik leuk.

Verwijswoorden

- Verwijzen naar een woord of zin.

- Maken het lezen fijner.

DAT

Verwijst naar het-woorden

In de bijlage vind je het inschrijfformulier. Dat kun je mailen naar de decaan. 

Hoe onthouden: daT - heT

DIE

Verwijst naar de-woorden (enkelvoud en meervoud)

Alle leerlingen hebben veiligheidsschoenen nodig. Kunnen we die bij u bestellen.

Onthouden: diE - dE

WAT

- Een hele zin: Ik ga op een camping werken, wat is erg leuk vind.

- Iets onbepaalds: Iets wat ik niet begrijp.

- Een overtreffende trap: (leuk, leuker, leukst)

           Wat is het leukste wat je ooit gedaan hebt in de een                           vakantiebaantje?

Chris is een jongetje ....... graag voetbalt.

1. dat
2. die
3. wat

Hij pakt daarvoor het liefst de bal ...... hij van zijn opa heeft gekregen.

1. dat
2. die
3. wat

..... rolt namelijk het beste door het gras.

1. dat
2. die
3. wat

Die rolt namelijk het beste door het gras, ......... hij erg fijn vindt.

1. dat
2. die
3. wat

Hij speelt intussen in het Nederlands jeugdelftal, ..... zijn ouders erg bijzonder vinden.

1. dat
2. die
3. wat

De wind is gaan liggen, wat ..........
(maak er geen vraagzin van)

Mijn moeder heeft een nieuwe auto gekocht. Die ....................

Ik houd niet van spruitjes, dat ..........

In de bijlage vindt u mijn brief,
die ................

In de bijlage vindt u de factuur van mijn abonnement, dat ...........
DAT verwijst naar......

1. de bijlage
2. de factuur
3. mijn abonnement

Let goed op waar het woord naar verwijst!

Maak opdracht 8 t/m 10 op blz. 37/38

Klaar: Versterk jezelf - Formuleren - Verwijswoorden