organen en cellen

 Organen

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 Organen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel(en) van deze les
Ik kan van een mens de organen en de functie benoemen.

Slide 2 - Diapositive

opdracht
Schrijf voor jezelf het antwoord op van de volgende vragen:
1. Wat is een organisme?
2. Wanneer zeggen we in de biologie dat iets leeft? (waar moet het organisme  aan voldoen?)

Slide 3 - Diapositive

Wat is een organisme?

Slide 4 - Question ouverte

6 levensverschijnselen
  • Een Organisme is een levend wezen. Alle levende wezens vertonen de volgende levensverschijnselen:
  • ademhalen
  • voeden
  • uitscheiden
  • groeien
  • ontwikkelen
  • voortplanten

Slide 5 - Diapositive

Daarnaast bestaat het lichaam ook uit veel verschillende organen.
  • Organen zijn delen van een organisme met een of meer functies. 
  • Als meerdere organen samenwerken voor een bepaalde functie spreken we van een organenstelsel

Slide 6 - Diapositive

Het dierlijk lichaam is opgebouwd uit cellen. Groepjes cellen met dezelfde vorm en functie noemen we Weefsels. 
Hierboven zie je 4 verschillende soorten weefsels maar er zijn er nog veel meer.

Slide 7 - Diapositive

Torso
Veel organen liggen in de torso van een mens. Het middenrif scheidt hierbij de romp in de borst- en buikholte.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Leerdoel(en) van deze les
Ik kan negen  levenskenmerken en verschil tussen levensloop en levenscyclus van organismen uitleggen?
Ik kan beschrijven dat een organismen zijn opgebouwd  zijn op uit organisatieniveaus en ik kan van een mens de organen en de functie benoemen.

Slide 10 - Diapositive

De bronchiën horen bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingstelsel
D
Voortplantingstelsel man

Slide 11 - Quiz

De aorta hoort bij het
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 12 - Quiz

De pancreas hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Voortplantingstelsel vrouw
C
Zenuwstelsel
D
Verteringstelsel

Slide 13 - Quiz

De biceps hoort bij het
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet

Slide 14 - Quiz

Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel

Slide 15 - Quiz

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel

Slide 16 - Quiz

zet de onderdelen van groot naar klein 1 is het groots en 4 is het kleins
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen

Slide 17 - Question de remorquage

Levenskenmerken

Slide 18 - Carte mentale

Middenrif
Buikholte
Borstholte

Slide 19 - Question de remorquage