Herhaling zinsdelen

Grammatica zinsdelen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van de les:

Hebben we alle onderdelen van grammatica zinsdelen herhaald.

Slide 2 - Diapositive

Welke onderdelen hebben we gehad?

Persoonsvorm (tijdproef)
Zinsdelen maken
Werkwoordelijk gezegde (werkwoord)
Onderwerp

Slide 3 - Diapositive

Persoonsvorm
1. Zet de zin in de andere tijd.
2. Het woord dat verandert is de persoonsvorm.

Ik loop naar school.
Ik liep naar school.

Slide 4 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?
Elke les moeten wij tien minuten lezen.
A
Elke les
B
moeten
C
wij
D
lezen

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Wat is jouw favoriete vak?
A
Wat
B
is
C
jouw favoriete
D
vak

Slide 6 - Quiz

Zinsdelen
We verdelen de onderstaande zinnen samen in zinsdelen.

De hond wordt uitgelaten door ons.

Elke dag maken wij snel huiswerk in ons boek.

Slide 7 - Diapositive

Oefenen zinsdelen
Schrijf onderstaande zinnen over.
Verdeel de zinnen in zinsdelen.

1. Wij bakken in het weekend een taart.
2. Mijn oom en tante zijn in Apeldoorn op vakantie.
3. Lisa en Laura zijn ook boos geworden.

Slide 8 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde.
Let op! De persoonsvorm hoort er dus ook bij!

Wij lopen naar school.
Elke dag moeten wij naar school lopen.
Wij zijn gisteren naar school gelopen.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het wwg?
Ik zal echt mijn best doen op de toets.
A
zal
B
zal doen
C
ik zal
D
zal best doen

Slide 10 - Quiz

Wat is het wwg?
Zullen we morgen samen fietsen?
A
Zullen
B
we morgen
C
zullen fietsen
D
zullen morgen fietsen

Slide 11 - Quiz

Het onderwerp
Het onderwerp is datgene die de handeling uitvoert.

Wij lopen naar school.
Wij laten de hond uit.
Zij lachen ons uit.

Slide 12 - Diapositive

Wat is het onderwerp?
Elke dag moeten we veel boeken sjouwen.
A
Elke dag
B
moeten
C
we
D
veel boeken sjouwen

Slide 13 - Quiz

Wat is het onderwerp?
De hond wordt door ons uitgelaten.
A
De hond
B
wordt uitgelaten
C
door ons
D
ons

Slide 14 - Quiz