V5 Thema 3 Stofwisseling B1 Chemie in cellen

Thema 3 Stofwisseling
B1
Chemie in cellen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Stofwisseling
B1
Chemie in cellen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
  • Je kunt omschrijven wat stofwisseling, assimilatie en dissimilatie zijn en wat er bij deze reacties met de energie gebeurt.

Begrippen: stofwisseling (metabolisme), chemische energie, assimilatie, dissimilatie, koolstofassimilatie, voortgezette assimilatie, energiedragers, ATP, ADP, AMP, NAD+, NADP+, fosforylering

Slide 2 - Diapositive

Stofwisseling (metabolisme)
  • Het geheel van chemische omzettingsprocessen in een organisme


  • Basale metabolisme (grondstofwisseling):                                                    alle stofwisselingsprocessen die in rust doorgaan 

Hoe kan je bij de mens het basale metabolisme meten?
Van welke factoren is het basale metabolisme afhankelijk?

Slide 3 - Diapositive

Organisch - anorganisch
Organisch:
  • groot, ingewikkeld gebouwd molecuul 
  • bevat een of meer koolstofatomen, altijd H-atomen en vaak ook O-atomen
  • afkomstig van organismen 

Anorganisch:
  • kleine, eenvoudig gebouwde moleculen
  • stoffen die zowel in organismen voorkomen als in de levenloze natuur.

Slide 4 - Diapositive

Chemische energie

Energie in atoombindingen (zie ruimtelijk model van glucose)

Slide 5 - Diapositive

Structuurformule


welke atomen zijn aan elkaar gebonden...

Slide 6 - Diapositive

Stofwisselingsprocessen
Er zijn twee vormen van stofwisseling:
  • dissimilatie (afbraak)
  • assimilatie (opbouw)

Slide 7 - Diapositive

Assimilatie
Assimilatie is dus het maken van organische stoffen uit moleculen

Bij bv. fotosynthese wordt glucose gemaakt: koolstofassimilatie (B3).
Glucose is een groot molecuul, met C, H en O atomen.

Slide 8 - Diapositive

Autotroof organisme
  • kunnen zelf organische stoffen (glucose) maken uit anorganische stoffen (bv. CO2 en H2O)  

  • Dit wordt koolstofassimilatie genoemd. Het proces fotosynthese is koolstofassimilatie met behulp van licht.

  • 'zelfvoedend' 

Slide 9 - Diapositive

Heterotroof organisme
  • haalt zijn energie uit organische moleculen en is dus afhankelijk van andere organismen voor zijn voeding

  • Dit kan zonder zuurstof, maar gaat veel makkelijker met zuurstof


Slide 10 - Diapositive

                 
                  Assimilatie

  • Heterotrofe organismen doen ook aan voortgezette assimilatie (B4)
    - eiwitsynthese
    - glycogeen
    - vetten

  • Omzetten van voedingsstoffen naar lichaamseigen stoffen is assimilatie


Dissimilatie

  • Het afbreken van grote organische stoffen tot kleinere moleculen is dissimilatie (B5)

  • Dissimilatie is om energie vrij te maken voor cel processen, zoals assimilatie of stoffentransport.


Slide 11 - Diapositive

de vorming van ATP
functie ATP: energiedrager
fosforylering

Slide 12 - Diapositive

pak je binas erbij
67 F

Slide 13 - Diapositive

Energiedragers
  • Adenosinetrifosfaat (ATP)
  • Adenosinedifosfaat (ADP)
  • Adenosinemonofosfaat (AMP)
  • Nicotinamide-adenine-dinucleotide (NAD+)
  • Nicotinamide-adenine-dinucleotide-fosfaat (NADP+)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Stofwisseling in cellen

Slide 16 - Diapositive

Nog een herhalingsvideo nodig?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 19 - Diapositive

Gebruik BINAS 67L
Van welke dragermoleculen is AMP een bestanddeel?
A
NADH+
B
NADPH,H+
C
NADH,H+
D
NADPH+

Slide 20 - Quiz

Welke stof is organisch?
A
glucose
B
water
C
ijzer
D
koolstofdioxide

Slide 21 - Quiz

Wat is geen organische stof?
A
Glucose
B
DNA
C
Koolstofdioxide
D
Vetzuur

Slide 22 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een organische stof?
A
Ze bevatten C/H/O-atomen
B
Het zijn relatief kleine moleculen
C
Ze worden gemaakt door organismen
D
Het zijn relatief grote moleculen

Slide 23 - Quiz

Welke van onderstaande antwoorden hebben betrekking op
an-organische stoffen?
A
Ze bestaan uit C/H/O-atomen
B
Ze komen uit de levenloze natuur
C
Het zijn relatief grote moleculen
D
CO2 is een organisch molecuul

Slide 24 - Quiz

Welke van onderstaande moleculen zijn anorganisch?
A
Eiwitten
B
ijzer
C
Keukenzout (NaCl)
D
Glucose

Slide 25 - Quiz

Welke van onderstaande moleculen
zijn organisch?
A
Koolhydraten
B
Aminozuren (bouwstenen eiwitten)
C
Mineralen
D
Vitamines

Slide 26 - Quiz

Fotosynthese

                   +                      -->                       +
Verbranding

                   +                      -->                       +
______________________________________________________
Koolstofdioxide
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zuurstof
Water
Water
Glucose
Glucose

Slide 27 - Question de remorquage

glucose + zuurstof                   water + koolstofdioxide
koolstofdioxide + water                  zuurstof + glucose
Dissimilatie
assimilatie
autotroof
autotroof en heterotroof
ATP nodig
levert ATP
bladgroenkorrels
alleen overdag
hele dag door

Slide 28 - Question de remorquage

Alihan verbruikt naar schatting 8800 kJ energie per dag.
Gebruik binas: hoeveel kilojoule energie een mol ATP in de cel maximaal oplevert bij omzetting in ADP + Pi. Rond je antwoord af op een geheel getal.

Slide 29 - Question ouverte

afb. 6 structuur-
formule van ATP
BINAS 67L 
31*10ˆ3 J/mol-1 = 31 kJ/mol

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag

Hw: opdracht 7 t/m 9




Slide 31 - Diapositive