Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Wat weet je nog van vorige week?
Slide 1 - Carte mentale
lesdoelen
Vorige week: Het onderscheiden van twee vormen agressie (verbaal/fysiek).
Vandaag:
Het verschil tussen instrumentele en frustratie agressie in eigen woorden omschrijven. Je kunt uitleggen hoe agressie zich opbouwt.
Slide 2 - Diapositive
Nabespreken HW vorige week
Slide 3 - Diapositive
Wanneer voelde jij angst / agressie? Hoe zag dat eruit? Wat voelde je?
Slide 4 - Carte mentale
casus bespreken
Zoveel mogelijk studenten komen aan de beurt.
Slide 5 - Diapositive
Bekijk het filmfragment
Schrijf concreet op wat je ziet en hoort.
voorbeeld: Ik zie dat de patiënt wijst met haar vinger. Ik hoor dat de patiënt haar stem verheft.
DUS NIET: Ik zie haar dreigen (wat is dreigen?)
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Schrijf alles op wat je gezien en gehoord hebt.
Slide 8 - Carte mentale
Verschil Frustratie en Instrumentale agressie
Frustratie: Onmacht is één van de oorzaken van agressie. Vanuit onmacht kan het zijn dat iemand gefrustreerd raakt en daar komt weer stress uit voort. Vanuit stress kan iemand agressief reageren.
Instrumentale agressie: Is vaak welbewust en doelgericht. De agressor hanteert agressie om een doel te bereiken. De dader past de vorm en heftigheid aan zijn verwachting dat hij zijn doel kan bereiken. Deze vorm van agressie is vaak lastig te hanteren omdat medewerkers worden geïntimideerd.
Slide 9 - Diapositive
Opdracht
1. Je hebt net alles wat je gezien en gehoord hebt opgeschreven. Pak dat blaadje erbij.
2. Je hebt net ook uitleg gekregen over frustratie en instrumentale agressie.
3. Omcirkel op je blaadje wat frustratie en instrumentale agressie is. (Gebruik hier twee kleuren voor)
4. 5 minuten de tijd. Dan klassikaal nabespreken.
timer
5:00
Slide 10 - Diapositive
Wat roept frustratie agressie op? Wat roept instrumentale agressie op?
Slide 11 - Question ouverte
Korte samenvatting
Frustratie agressie = Bewegingsonrust, chaos in beweging, ik: persoon zelf, meer expressie, chaos in verhaal
ROEPT: begrip op voor situatie en emotie
Geef: Erkening op emotie en vervolgens begrenzing
Slide 12 - Diapositive
Korte samenvatting
Instrumentale agressie: Meer geconctroleerde beweging, gericht, persoonlijk: jij, strakke mimiek, beledigen, dreigen, duidelijke taal
ROEPT: onzekerheid en strijd op
GEEF: Begrenzing
Slide 13 - Diapositive
Vragen?
Slide 14 - Diapositive
Aan de slag
wat: maak werkblad week 2
hoe: individueel
volgende week gezamenlijk bespreken
Volgende week: Hoe ga je om met frustratie en instrumentele agressie?
Bewaar opdracht week 1 goed, deze heb je volgende keer nodig!