Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
7. Destilleren
Slide 1 - Diapositive
notitie voor docent
Bij hetherhalen zijn het vragen uit les 5 en 6
Bij slide 13 laat ik de opstelling in het echt zien. Je moet dit wel van tevoren aanzetten anders moet je te lang wachten. Achteraf laat ik leerlingen ruiken aan de wijn, het residu en aan het destillaat.
Slide 2 - Diapositive
Planning
- Huiswerk bespreken
- Destilleren
- Tijd voor huiswerk
Slide 3 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Les 5 (Kookpunt en Smeltpunt)
Slide 4 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Les 5 (Kookpunt en Smeltpunt)
kwik
Smeltpunt = -39°C
Kookpunt = 357°C
Slide 5 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Les 5 (Kookpunt en Smeltpunt)
kwik
Smeltpunt = -39°C
Kookpunt = 357°C
Alcohol
Smeltpunt = -114°C
Kookpunt = 78°C
Slide 6 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Les 6 (Kooktraject en Smelttraject)
Slide 7 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Les 6 (Kooktraject en Smelttraject)
Slide 8 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Nieuw onderwerp: Destilleren (toepassing van kooktraject)
Slide 9 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Puur water heeft een kookpunt, wijn heeft een kooktraject.
Slide 10 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Kooktraject van wijn
Wat gebeurt hier?
Slide 11 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Kooktraject van wijn
Wijn is een mengsel van voornamelijk water, alcohol.
Het kookpunt van alcohol ligt lager (±80°C)dan water(100°C). Hierom zal tijdens het kooktraject de alcohol eerder verdampen dan het water
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
Hoe ziet dit er nu in het echt uit?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Destilleren is een scheidingsmethode. Je scheid de verschillende stoffen in een mengsel uit elkaar. Je scheid de stoffen op basis van de stofeigenschap: kookpunt. De stoffen in het mengsel moeten verschillende kookpunten hebben maar ze moeten ook wel een beetje bij elkaar liggen.
Destilleren
In de destillatiekolf wordt het mengsel opgewarmd. De stof met het laagste kookpunt zal als eerste verdampen en dus een gas worden. Dit gas stijgt op en gaat langs de koeler, het koude water in de koeler zorgt ervoor dat het gas afkoelt. Hierdoor condenseert het gas, het wordt weer vloeibaar en het drupt in de andere kolf. Dit noem je het destillaat. Wat er overblijft bij de brander noem je het residu.
*leer de onderdelen uit je hoofd
Slide 16 - Diapositive
Destilleren
Mengsel wordt verwarmt
Stof met het laagste kookpunt verdampt
Stof met het laagste kookpunt condenseert in de koeler
Stof met het laagste kookpunt = destillaat
Stof(fen) met het hoogste kookpunt = residu
Slide 17 - Diapositive
Samenvattend - Destilleren
Mengsel wordt verwarmt
Stof met het laagste kookpunt verdampt
Stof met het laagste kookpunt condenseert in de koeler
Stof met het laagste kookpunt = destillaat
Stof(fen) met het hoogste kookpunt = residu
Slide 18 - Diapositive
Verwerkingsvragen
Dit is huiswerk
In SOM kan je vinden wanneer dit af moet zijn
Slide 19 - Diapositive
Vraag 1: Wat zien we hier?
A
een smelttraject
B
een kooktraject
C
een stoltraject
D
een condenseer-traject
Slide 20 - Quiz
Vraag 2: Je hebt een onbekende vloeistof en gaat dit verwarmen. Je meet iedere minuut de temperatuur en zet het in een diagram Wat is het kooktraject van dit mengsel?
Slide 21 - Question ouverte
Vraag 3: Je hebt een onbekende vloeistof en gaat dit verwarmen. Je meet iedere minuut de temperatuur en zet het in een diagram
Uit welke stoffen bestaat het mengsel?
Slide 22 - Question ouverte
Vraag 4: Na destillatie van een mengsel van water en alcohol bevindt zich... (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Met name alcohol in het residu
B
Met name alcohol in het destillaat
C
Met name water in het residu
D
Met name water in het destillaat
Slide 23 - Quiz
Vraag 5: Wanneer kun je twee stoffen goed scheiden met destillatie?
A
Als de kookpunten precies gelijk zijn
B
Als de kookpunten dicht genoeg bij elkaar liggen
C
Als de kookpunten ver genoeg uit elkaar liggen
D
Dat kan altijd
Slide 24 - Quiz
Vraag 6: Je bent klaar met destilleren, de stof in het destillaat komt heeft...
A
... een lager kookpunt dan het residu
B
... een hoger kookpunt dan het residu
C
dit verschilt per situatie
Slide 25 - Quiz
Vraag 7: sleepvraag.
Benoem de onderdelen van de destillatieopstelling. Label destillaat en residu
koeler
destillatiekolf
erlenmeyer
termometer
brander
destillaat
residu
Slide 26 - Question de remorquage
Vraag 8: Als je alcohol uit wijn gaat destilleren moet je de wijn verwarmen. De wijn bestaat voor een gedeelte uit water(kookt bij 100 graden) en alcohol (kookt bij 78 graden). Welke stof is het destillaat? Leg je antwoord uit.
Slide 27 - Question ouverte
Vraag 9 Welke faseovergang vindt plaats in deel 6?
Slide 28 - Question ouverte
Antwoorden op open vragen
Vraag 2:
Het kooktraject is tussen 290 graden celsius en 357 graden celsius.
(je mag er 5 graden celsius naast zitten)
Vraag 3:
Je ziet in de tabel dat glycerol een kookpunt van 290 graden celsius heeft en kwik een kookpunt van 357 graden celsius. Dit betekent dat het een mengsel van glycerol en kwik is