PIJN
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Noem voordelen van paracetamol
(ten opzichte van NSAID's)
(ten opzichte van NSAID's)
Slide 2 - Carte mentale
Noem nadelen van paracetamol
(ten opzichte van NSAID's)
(ten opzichte van NSAID's)
Slide 3 - Carte mentale
Noem voordelen van NSAID's
(ten opzichte van paracetamol)
(ten opzichte van paracetamol)
Slide 4 - Carte mentale
Noem nadelen van NSAID's
(ten opzichte van paracetamol)
(ten opzichte van paracetamol)
Slide 5 - Carte mentale
Wat is de meest vooromende bijwerking van NSAID's?
Slide 6 - Question ouverte
Wat zijn twee bijwerkingen van Oxycodon?
A
maagklachten en jeuk
B
Obstipatie en sufheid
C
meer eetlust en hoest
D
hyperglykemie en uitslag
Slide 7 - Quiz
Welk geneesmideel adviseer je een patient
als eerste bij pijn ?
(welk geneesmiddel is eerste keus bij pijn?)
als eerste bij pijn ?
(welk geneesmiddel is eerste keus bij pijn?)
Slide 8 - Question ouverte
Tekst
Paracetamol
Ibuprofen
Tramadol
Pijnstillend
Pijnstillend + koortsverlagend
Pijnstillend + koortsverlagend + ontstekingsremmend
Slide 9 - Question de remorquage
Welk middel is een Opioïd?
A
Diclofenac
B
Allopurinol
C
Acetylsalicylzuur
D
Oxycodon
Slide 10 - Quiz
Welk middel is een NSAID?
A
Fentanyl
B
Tramadol
C
Ibuprofen
D
Paracetamol
Slide 11 - Quiz
Onder welke geneesmiddelgroep valt Naproxen?
A
NSAID
B
Opioïden
C
Salicylaten
D
Combinatie preparaten
Slide 12 - Quiz
Onder welke geneesmiddel groep valt Fentanyl?
A
NSAID
B
Opioïden
C
Salicylaten
D
Combinatie preparaten
