soorten elaticiteiten

Prijselasticiteit en andere elasticiteiten
herhaling prijselasticiteit/ (in)elastisch/ omzet
uitleg andere elasticiteit
oefenen

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Prijselasticiteit en andere elasticiteiten
herhaling prijselasticiteit/ (in)elastisch/ omzet
uitleg andere elasticiteit
oefenen

Slide 1 - Diapositive

De waarde van een prijselasticiteit (Ev) is -0,2. Deze elasticiteit is
A
inelastisch
B
elastisch

Slide 2 - Quiz

Ev = _____________________
procenturele verandering van de prijs
procenturele verandering van de gevraagde hoeveelheid

Slide 3 - Question de remorquage

Het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid is:
A
Negatief, daarom staat er altijd een minteken voor Ev.
B
Positief, daarom staat er altijd een plusteken voor Ev.
C
Negatief, daarom staat er altijd een plusteken voor Ev.
D
Positief, daarom staat er altijd een minteken voor Ev.

Slide 4 - Quiz

De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -0,8. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten
B
verhogen
C
verlagen

Slide 5 - Quiz

De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -1,0. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten
B
verhogen
C
verlagen

Slide 6 - Quiz

De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -1,2. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten
B
verhogen
C
verlagen

Slide 7 - Quiz

prijselasticiteit van de vraag
prijselasticiteit van het aanbod
inkomenselasticiteit
kruislingse prijselasticiteit van de vraag
Ea
Ev
Ey
Ek

Slide 8 - Question de remorquage

De prijselasticiteit van het aanbod (Ea)
  • Het verband tussen de prijs van een product en de aangeboden hoeveelheid is positief. 
  • Qa = 5P - 100

Je berekent Ea door de procentuele verandering van de aangeboden hoeveelheid (Qa) te delen door de procentuele verandering van de prijs (P).

Ea kan elastisch (Ea > 1) of inelastisch (Ea < 1) zijn.
Bij het aanbod zie je een verschil in elasticiteit tussen de korte en de lange termijn.  

Slide 9 - Diapositive

De kruislingse prijselasticiteit (Ek)
  • Het verband tussen de prijs van een product en de prijs van een ander product kan zowel positief als negatief zijn:
    bij een positief verband zijn de goederen substituten,
    bij een negatief verband zijn de goederen complementair.
  • Qvappels = -5Pappels + 6Pkersen - + 100

Je berekent Ek door de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid  (Qv) te delen door de procentuele verandering van de prijs van een ander product (Pk).

Ek kan elastisch (Ek > 1 of Ek < -1) of inelastisch (0<Ek< 1 of -1>Ek>0) zijn. 

Slide 10 - Diapositive

De inkomenselasticiteit (Ey)
  • Het verband tussen de gevraagde hoeveelheid van een product en het inkomen van consumenten is meestal positief en soms negatief.
    bij een positief verband zijn de goederen normaal (basis of luxe),
    bij een negatief verband zijn de goederen inferieur.
  • Qv = 0,002Y + 25

Je berekent Ey door de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (Qv) te delen door de procentuele verandering van het inkomen (Y).

Als Ey elastisch (Ey > 1) is, dan heb je te maken met luxe goederen.
Als Ey inelastisch (0<Ey< 1) is dan heb je te maken met basis/primaire goederen. 

Slide 11 - Diapositive

De inkomenselasticiteit (Ey) van een product is 0,2. Om wat voor soort product gaat het hier?
A
een inferieur product
B
een luxe product
C
een basis product
D
een normaal product

Slide 12 - Quiz

De prijselasticiteit van het aanbod (Ea) is op de korte termijn 0,3. Op de lange termijn geldt Ea=2,2. Hoe kun je dit verklaren?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Lien

De vraagfunctie naar rozen luidt: Qvr = -5Pr + 10Pa +160.
In de uitgangssituatie geldt: Pr = 70, Pa = 80.
De prijs van rozen stijgt met 10%. De prijs van anjers stijgt met 5%.
Rozen en anjers zijn ......... goederen.
Ev = 
Ek = 
Qvr' = 
De omzet is .......
-0,57
1,31
gestegen
gedaald
complementaire
-0,082
0,164
substituten
575
615
650

Slide 15 - Question de remorquage

Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Diapositive