Staatsvorming en Centralisatie

tijdvak 4 Steden en staten 
1000-1500

Het begin van staatsvorming en centralisatie 
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

tijdvak 4 Steden en staten 
1000-1500

Het begin van staatsvorming en centralisatie 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Sleep de gebeurtenissen in de goede volgorde, zodat een oorzaak-gevolgketen ontstaat voor het ontstaan van steden.
Verbeteringen in de landbouw
Bevolkingsgroei en meer handel
Handelaren vestigen zich in de buurt van jaarmarkten
Steden krijgen stadsrechten

Slide 3 - Question de remorquage

Wat waren gevolgen van het feodale stelsel? 1 pt
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Iedereen steunde de koning trouw
D
koning verloor macht

Slide 4 - Quiz

Leg uit waarom het feodale stelsel en het hofstelsel voortvloeiden uit het gebrek aan een geldeconomie in tijdvak 3.

Slide 5 - Question ouverte

Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde. Begin met wat het eerst gebeurde. Sleep de letter van de zin naar het juiste vakje !
Het hofstelsel ontstaat.
Vorsten willen macht over grotere gebieden.
Vreemde volken vallen het Romeinse Rijk binnen.
Er ontstaat weer handel over grotere steden.
Er komen steeds meer steden.
De Romeinen trekken weg uit onze streken.
1
2
3
4
5
6
A
B
C
D
E
F

Slide 6 - Question de remorquage

Wat bleef hetzelfde en wat er veranderde er na het jaar 1000
Continuïteit 
Verandering
Gebruik ijzeren ploeg
Drieslagstelsel
Geloof speelt belangrijke rol
Standenmaat-schappij
Bevolking groeit
Ontginningen
Meeste mensen werken in landbouw
Paard als trekdier 

Slide 7 - Question de remorquage

Wat hoort bij de agrarisch-urbane samenleving van de Romeinen  en wat hoort bij de agrarische samenleving van de vroege middeleeuwen?
Argrarisch-urbane samenleving
Agrarische samenleving
Herendiensten
Imperium Romanum
Hofstelsel
Stadstaat
Zelfvoorzienend
Klassieke Oudheid

Slide 8 - Question de remorquage

Op 2 maart 1127 wordt de Vlaamse graaf Karel de Goede in Brugge vermoord. Galbert van Brugge schrijft dat het nieuws daarover zich snel verspreidde tot in Frankrijk en Engeland.
Verklaar met een economische ontwikkeling uit die periode de snellere verspreiding van nieuws in die tijd. (2p)

Slide 9 - Question ouverte

Lesdoelen
  • je kunt de begrippen nationale staat en centralisatie uitleggen
  • Je begrijpt waarom de groei van steden zorgt voor meer macht voor koning en stedelingen en minder macht voor de adel
  • Je kunt beschrijven het feodalisme minder belangrijk werd door het ontstaan van staten.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen centralisatie en het  feodale stelsel

Slide 10 - Diapositive

Nationale staat
  • Land waarin mensen het gevoel hebben dat ze een eenheid vormen.
  • Bevolking heeft dezelfde taal, dezelfde cultuur, soms ook dezelfde godsdienst.
Koningen willen van hun grondgebied graag een staat maken, want dan gelden over dezelfde (door de koning bedachte) wetten

Slide 11 - Diapositive

Elementen die horen bij staatsvorming
- een hoofdstad
- overal geldige wetten
- overal belasting heffen
- een parlement
- afspraken met de edelen of goede relatie met de edelen
- centrale rechtbank
- ambtenaren 
- huursoldaten

Slide 12 - Diapositive

6e t/m 10e eeuw

Feodale stelsel


macht op papier bij koning/hoge adel, maar in praktijk ligt macht bij leenmannen dus:
  • per stad/gewest eigen wetten
  • per stad/gewest overleggen over belastingen

vanaf 11e eeuw

vorsten streven naar meer macht door staatsvorming en centralisatie;

  • overal dezelfde wetten en regels
  • overal hetzelfde geloof
  • overal dezelfde taal
  • overal dezelfde belastingen
belangrijk voor uitbreiden van macht van  koning = geld

Slide 13 - Diapositive

Belastingen maken staatsvorming mogelijk
Dankzij  opbloeiende handel gebruikt men weer geld
Steden worden rijker en willen stadsrechten. 
In ruil voor stadsrechten betalen steden belasting aan landheer
Steden hebben nu eigen priviliges, heer heeft geld.
Van dat geld kan heer leger + ambtenaren betalen

Slide 14 - Diapositive

Centralisatie  

Streven van vorsten om hun grondgebied vanuit een hoofdstad te regeren.
Daarvoor noodzakelijk: vorst met militaire macht en geld

Slide 15 - Diapositive

Centralisatie

Slide 16 - Diapositive

Centralisatie bevorderen
  • Ambtenaren
  • Leger (huursoldaten)
  • Een hoofdstad
  • Parlementen, zodat de vorst kan overleggen met de vertegenwoordigers van de standen
  • Wetten voor het gehele rijk en centrale belastingen

Slide 17 - Diapositive

begrippen
drieslagstelsel
privilege
centralisatie
staatsvorming
gilde
geldeconomie
Een uitzonderlijk voorrecht van een bepaalde persoon of groep personen
Een manier om een graanakker zo nuttig mogelijk te gebruiken, door in 1 jaar 1/3 van het land in de herfst te zaaien, 1/3 van het land in de lente en 1/3 van het land braak te laten liggen
Het streven van heersers om hun gebied vanuit 1 punt te besturen en in het hele grondgebied gelijke wetten en belastingen in te voeren
samenwerkingsverband van ambachtslieden die in een stad hetzelfde beroep uitoefenen
Een economie waarin geld het voornaamste ruilmiddel is
Het ontstaan van een groot gebied met 1 bestuur

Slide 18 - Question de remorquage

Wat bedoelen we met staatsvorming?
A
als een land wordt bestuurd door een vorst
B
als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd
C
als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
D
als een land een naam krijgt, zoals Nederland

Slide 19 - Quiz

Lesdoelen
  • je kunt de begrippen nationale staat en centralisatie uitleggen
  • Je begrijpt waarom de groei van steden zorgt voor meer macht voor koning en stedelingen en minder macht voor de adel
  • Je kunt beschrijven het feodalisme minder belangrijk werd door het ontstaan van staten.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen centralisatie en het  feodale stelsel

Slide 20 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de staatsvorming in Frankrijk verliep
  • Je kunt uitleggen hoe de staatsvorming in het Bourgondische Rijk verliep
  • Je kunt uitleggen waarom de staatsvorming van het Bourgondische Rijk minder succesvol was

Slide 21 - Diapositive

Frankrijk
Staatsvorming in de praktijk

begin 14e eeuw - Franse koning overlijd en hij heeft geen directe opvolger
Gevolg: strijd om de troon
= 100 jarige oorlog

Slide 22 - Diapositive

Engelse belangen in Frankrijk...

Slide 23 - Diapositive

De Honderdjarige Oorlog

  • Engelse koning vs opvolger Franse koning
  • Maar Jeanne d'Arc zorgde voor een verandering. Zij hoorde stemmen van God en krijgt een rol in de legerleiding. 
  • Olv Jeanne d'Arc wonnen Fransen weer veldslagen en daarmee de strijd
Engelse koning = leenman van Franse koning, Aquitanië (=gebied rond Bordeaux) is leen 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Een nieuw Frankrijk
  • De oorlog kostte een vermogen, hierdoor moest de Franse koning een nieuw belastingstelsel opzetten.
  • Het belastingstelsel werd bedacht door ambtenaren
  • Ambtenaren (burgers met een opleiding) bedenken belastingen en wetten die gelden voor heel Frankrijk 
  • Centralisatie: vorsten willen hun land regeren vanuit een centraal punt
  • Uniformering: vorsten willen dat in het gehele land dezelfde wetten en regels gelden

Slide 27 - Diapositive

Hertogdom Bourgondië
Staatsvorming in de praktijk

  • Door huwelijkspolitiek en oorlogen  vergroten hertogen van Bourgondië hun rijk
  • streven naar centralisatie 
  • maar adel en steden in Bourgondische Rijk zijn daar niet gelukkig mee, willen zelf bestuur in handen houden

Slide 28 - Diapositive

Filips de Goede
Hertog van Bourgondië
Na de nederlaag bij de slag van Gavere in 1453 moesten Gentenaars Filips de Goede om vergiffenis smeken, in hun hemd, op hun knieën en in het Frans

Slide 29 - Diapositive

Bourgondië
  • Parlement van Mechelen - bedenkt wetten  voor heel Bourgondië en doet  aan rechtspraak, ingesteld door Karel de Stoute
  • Parlement houdt geen rekening met privileges van steden en gewesten 
  • Gevolg: veel verzet tegen uniformering, de hoge belastingen en vele oorlogen die Karel voert

Slide 30 - Diapositive

Karel de Stoute
Karel gesneuveld....

Slide 31 - Diapositive

Bourgondië, mislukte staatsvorming
  • Karel sterft, gewesten en adel profiteren
  • Karels opvolgster, Maria van Bourgondië, maakt noodgedwongen een deel van de  centralisatiemaatregelen ongedaan om rust te herstellen
  • Maria van Bourgondië trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk en daarmee wordt Bourgondië deel van Habsburgse rijk


Slide 32 - Diapositive

Maria van Bourgondië
Maximiliaan van Oostenrijk
Maria van Bourgondië verleent de Staten-Genereaal het "Groot Privilege", hiermee geeft ze veel steden en gewesten hun privileges terug. Dit in ruil voor hun trouw na het overlijden van Karel de Stoute, haar vader

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de staatsvorming in Frankrijk verliep
  • Je kunt uitleggen hoe de staatsvorming in het Bourgondische Rijk verliep
  • Je kunt uitleggen waarom de staatsvorming van het Bourgondische Rijk minder succesvol was

Slide 35 - Diapositive

voor de liefhebber volgt hierna een mini college over de Bourgondiërs en alle feesten en luxe waarmee ze zichzelf omringden

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

zelf verder
lees § 4.2
maak opdr. 2 en 4

Slide 38 - Diapositive

begrippen
drieslagstelsel
privilege
centralisatie
staatsvorming
gilde
monetaire economie
Een uitzonderlijk voorrecht van een bepaalde persoon of groep personen
Een manier om een graanakker zo nuttig mogelijk te gebruiken, door in 1 jaar 1/3 van het land in de herfst te zaaien, 1/3 van het land in de lente en 1/3 van het land braak te laten liggen
Het streven van heersers om hun gebied vanuit 1 punt te besturen en in het hele grondgebied gelijke wetten en belastingen in te voeren
samenwerkingsverband van ambachtslieden die in een stad hetzelfde beroep uitoefenen
Een economie waarin geld het voornaamste ruilmiddel is
Het ontstaan van een groot gebied met 1 bestuur

Slide 39 - Question de remorquage

De feodale heer geeft de stad zijn stadrechten omdat;
A
hij behoefte heeft aan geld
B
het stedelijke leger groter is dan zijn leger
C
het moet van de koning (die een centralisatieproces op gang brengt
D
hij voor zijn voorziening van eten afhankelijk is van de stad

Slide 40 - Quiz

Welk antwoord kan dienen als voorbeeld bij het Kenmerkende Aspect "Het begin van staatsvorming en centralisatie"
A
De heer eist van de horige boer dat deze zijn land niet verlaat
B
De koning stuurt zijn broer mee op kruistocht
C
De koning maakt een eigen leger met huurlingen
D
Karel de Grote voert het feodalisme in

Slide 41 - Quiz

Zet de onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde!
Verbeteringen in de landbouw
Ontstaan voedseloverschotten
Bevolkingsgroei en specialisatie
Toename handel
Ontstaan markten
Ontstaan steden

Slide 42 - Question de remorquage

Leg uit: op welke manier versterkten de toenemende zelfstandigheid van steden en de opkomende centralisatie elkaar?

Slide 43 - Question ouverte

Noem:
1. een voordeel dat de vorst van centralisatie had én
2. een nadeel dat de adel/steden van centralisatie hadden.

Slide 44 - Question ouverte

Lees de bron. Het verhaal is een voorbeeld van het kenmerkend aspect: 'Staatsvorming en centralisatie.' Leg uit!

Slide 45 - Question ouverte

Karel de Stoute was een Bourgondische vorst die aan het einde van de middeleeuwen heerste over het gebied dat nu België, Luxemburg en Nederland is.
Welke gebeurtenissen uit het leven van Karel de Stoute is GEEN voorbeeld van centralisatie?
A
Karel de Stoute vestigt in 1473 in Mechelen een rekenkamer, waar ambtenaren de financiën van al zijn gebieden moeten bijhouden.
B
Karel de Stoute verovert het hertogdom Gelre en maakt zijn landsdelen zo tot een aangesloten gebied.
C
Karel de Stoute stelt een Grote Raad in, het hoogste rechtscollege van al zijn landsdelen.
D
Na de dood van Karel de Stoute belooft zijn dochter Maria van Bourgondië geen belastingen te heffen zonder toestemming van de landsdelen. In ruil hiervoor krijgt zij hun steun.

Slide 46 - Quiz

Staatsvorming van Frankrijk

Slide 47 - Diapositive

4. De Nederlanden
Vanaf 1384 beginnen steeds Nederlandse
gebieden onder één vorst te vallen:
de hertog van Bourgondië.

Centralisatie mislukt echter;
Maria van Bourgondië tekent in 1477
voor meer macht naar de gewesten
(=decentralisatie

Slide 48 - Diapositive

4.3 Staatsvorming en centralisatie
De Nederlanden
In NL, BE en LUX lagen hertogdommen, graafschappen en bisdommen met bisdommen als wereldlijke heersers. De meeste van die gewesten hoorden bij het Duitse rijk.
Omstreeks 1430 werd Filips de Goede (hertog van Bourgondië)  vorst van de meeste Nederlanden (Lage Landen): gewesten in Nederland, België en Luxemburg. - hij stelde een centraal bestuur en gerechtshof in​ en
- riep de eerste Staten-Generaal bijeen om belastingafspraken te maken​.

Door opvolgingsproblemen behoorden de Nederlanden sinds 1477 bij de Habsburgers.​                     Karel de Stoute:
1. Bourgondië ingenomen Franse koning
2. Dochter trouwde met Maximilliaan van de Habsburgse dynastie (Nederlanden) 




Slide 49 - Diapositive

Gebruik bron 2.
Twee beweringen:
- Het stadsrecht was financieel voordelig voor de stad, en ook voor de heer.
- Het verlenen van stadsrechten door middeleeuwse vorsten verminderde de macht van de adel en bevorderde de centralisatie van het bestuur.

Leg dit telkens voor beide onderdelen van de beweringen uit (4pt)

Slide 50 - Question ouverte