Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
tijdvak 4 Steden en staten
1000-1500
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 1 - Diapositive
Oorzaken ontstaan van steden
Gevolgen ontstaan van steden
Geldeconomie
Uitvindingen landbouw
Oprichting Hanze
Toenemende handel
Ontstaan marktplaatsen
Ontstaan ambachten
Kopen van stadsrechten
Slide 2 - Question de remorquage
Sleep de gebeurtenissen in de goede volgorde, zodat een oorzaak-gevolgketen ontstaat voor het ontstaan van steden.
Verbeteringen in de landbouw
Bevolkingsgroei en meer handel
Handelaren vestigen zich in de buurt van jaarmarkten
Steden krijgen stadsrechten
Slide 3 - Question de remorquage
Wat waren gevolgen van het feodale stelsel? 1 pt
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Iedereen steunde de koning trouw
D
koning verloor macht
Slide 4 - Quiz
Leg uit waarom het feodale stelsel en het hofstelsel voortvloeiden uit het gebrek aan een geldeconomie in tijdvak 3.
Slide 5 - Question ouverte
Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde. Begin met wat het eerst gebeurde. Sleep de letter van de zin naar het juiste vakje !
Het hofstelsel ontstaat.
Vorsten willen macht over grotere gebieden.
Vreemde volken vallen het Romeinse Rijk binnen.
Er ontstaat weer handel over grotere steden.
Er komen steeds meer steden.
De Romeinen trekken weg uit onze streken.
1
2
3
4
5
6
A
B
C
D
E
F
Slide 6 - Question de remorquage
Begin tijdvak 4 nog geen staten zoals wij die nu kennen, want:
Vorst afhankelijk van feodale stelsel
Wetten verschillen per stad/gewest
Vorst heeft zijn leger niet altijd paraat
Belastingverhoging? Dan moet de vorst eerst onderhandelen met alle steden en gewesten
Slide 7 - Diapositive
staatsvorming
streven van vorsten naar een aaneengesloten grondgebied met een goed functionerend bestuur
Slide 8 - Diapositive
centralisatie
Streven van vorsten om hun grondgebied vanuit een hoofdstad te regeren.
Daarvoor noodzakelijk: vorst met militaire macht en geld
Slide 9 - Diapositive
centralisatie bevorderen
ambtenaren
leger
één hoofdstad
parlementen, zodat de vorst kan overleggen met de vertegenwoordigers van de standen
wetten voor het gehele rijk en centrale belastingen
Slide 10 - Diapositive
6e t/m 10e eeuw
Feodalisme
macht op papier bij de koning/hoge adel, maar in praktijk ligt macht bij leenmannen
vanaf 11e eeuw
vorsten streven naar meer macht door staatsvorming en centralisatie;
overal dezelfde wetten en regels
overal hetzelfde geloof
overal dezelfde taal
overal dezelfde belastingen
essentieel voor het uitbreiden van de macht van de koning = geld
Slide 11 - Diapositive
Belastingen maken staatsvorming mogelijk
Dankzij de opbloeiende handel komt de monetaire economie tot ontwikkeling
Steden worden rijker en willen stadsrechten.
In ruil voor stadsrechten betalen steden belasting aan de landheer
Steden hebben nu eigen priviliges
Slide 12 - Diapositive
particularisme - centralisatie
Particularisme - Steden en gewesten hebben privileges gekregen in ruil voor belasting; zij mogen deels hun eigen wetten en regels bepalen en willen die rechten graag behouden
vs
Centralisatie - Koningen willen graag een uniform bestuur met overal dezelfde wetten en regels.
Slide 13 - Diapositive
Feodaal Engeland
Willem de Veroveraar verovert Engeland in 1066. Hij voert het feodale stelsel in Engeland in maar mét
Maatregelen om machtig te blijven:
- Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes
- Willem hield de beste gebieden voor zichzelf
- Alle bezittingen van de adel werden opgeschreven in het Domesday Book (1086)
Gevolg: duidelijk wie de macht heeft
Slide 14 - Diapositive
Domesday Book
Slide 15 - Diapositive
Feodaal Engeland
Na Willem de Veroveraar verzwakte de positie van de Engelse koningen.
De positie van de Franse koning werd juist sterker; hij verovert de Engelse leengebieden in Normandië.
De Engelse koning Richard Leeuwenhart strijd tegen de Franse koning, maar komt om in de strijd.
Slide 16 - Diapositive
Centralisatie
Engelse koningen centraliseren hun land: bestuur vanuit één plek Voorbeeld: centrale rekenkamer Gevolg: adel en kerk verzetten zich tegen afname macht Magna Carta (1215) om de macht van de koning te beperken
Slide 17 - Diapositive
Magna Carta
Slide 18 - Diapositive
Magna Carta (1215)
Koning heeft toestemming adel nodig om belastingen te kunnen opleggen en rechten van steden te kunnen afschaffen
Gevolg: macht van de koning wordt beperkt
Slide 19 - Diapositive
De Honderdjarige Oorlog
Engeland was de vijand van Frankrijk, maar de Engelse koning bezat grote gebieden in Frankrijk. Toen de Franse koning kinderloos stierf, brak er een strijd uit om de macht; Engelse koning vond dat hij recht had op de Franse troon.
Gevolg: 100-jarige Oorlog (1337-1453)
Slide 20 - Diapositive
De Honderdjarige Oorlog
De Franse bevolking heeft het zwaar en de Franse koning verliest veel macht
Maar Jeanne d'Arc zorgde voor een verandering. Zij hoorde stemmen van God en krijgt een rol in de legerleiding.
Olv Jeanne d'Arc wonnen de Fransen weer veldslagen
Slide 21 - Diapositive
Een nieuw Frankrijk
De oorlog kostte een vermogen, hierdoor moest de Franse koning een nieuw belastingstelsel opzetten.
Het belastingstelsel werd bedacht door ambtenaren
Ambtenaren (burgers met een opleiding) bedenken belastingen en wetten die gelden voor heel Frankrijk
Centralisatie: vorsten willen hun land regeren vanuit een centraal punt
Uniformering: vorsten willen dat in het gehele land dezelfde wetten en regels gelden
Slide 22 - Diapositive
Gevolgen 100-jarige oorlog: Engeland
Engelse koning raakt zijn gebied in Frankrijk kwijt ("verliezer")
Gevoelens van eenheid (nationalisme)
Adel krijgt meer invloed
Het Engelse parlement werd steeds belangrijker
Gevolgen 100-jarige oorlog: Frankrijk
Franse koning vergrootte zijn grondgebied en zijn macht ("winnaar")
Gevolens van eenheid (nationalisme)
Koning start met centralisatie in Frankrijk -> permanent leger -> permanente belastingen
Slide 23 - Diapositive
Hertogdom Bourgondië
Door huwelijkspolitiek en oorlogen vergroten de hertogen van Bourgondië hun rijk
maar de adel en de gewesten in het Bourgondische Rijk zijn daar niet gelukkig mee.
De adel weigert oorlogen te voeren waar ze zelf geen voordeel aan hebben
Slide 24 - Diapositive
Hertogdom Bourgondië
De hertog van Bourgondië is voortaan gedwongen om huurlegers samen te stellen.
Voordeel: niet meer afhankelijk van adel voor oorlogsvoering
Nadeel: hogere belastingen voor bevolking en grote druk op steden om meer geld uit te lenen
Gevolg: nog meer verzet tegen de Bourgondische hertog
Slide 25 - Diapositive
Filips de Goede
Na de nederlaag bij de slag van Gavere in 1453 moesten de Gentenaars Filips de Goede om vergiffenis smeken, in hun hemd, op hun knieën en in het Frans
Slide 26 - Diapositive
Bourgondië, mislukte staatsvorming
Parlement van Mechelen - bedenkt wetten voor heel Bourgondië en doet aan rechtspraak, ingesteld door Karel de Stoute
Parlement houdt geen rekening met privileges van steden en gewesten
Gevolg: veel verzet tegen uniformering, de hoge belastingen en vele oorlogen.
Particularisme versus centralisatie en uniformering.
Na de dood van Karel de Stoute ontstonden er in veel steden en gewesten een opstand.
Slide 27 - Diapositive
Karel de Stoute
Karel gesneuveld....
Slide 28 - Diapositive
Bourgondië, mislukte staatsvorming
Karels opvolgster, Maria van Bourgondië, maakt een deel van de centralisatiemaatregelen ongedaan om te rust te herstellen
Maria van Bourgondië trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk. Bourgondië wordt deel van het Habsburgse rijk
De staatsvorming van Bourgondië was mislukt.
Slide 29 - Diapositive
Maria van Bourgondië
Maximiliaan van Oostenrijk
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
voor de liefhebber volgt hierna een mini college over de Bourgondiërs en alle feesten en luxe waarmee ze zichzelf omringden
Slide 32 - Diapositive
https:
Slide 33 - Lien
zelf verder
lees § 4.2
maak opdr. 2 en 4
Slide 34 - Diapositive
begrippen
drieslagstelsel
privilege
centralisatie
staatsvorming
gilde
geldeconomie
Een uitzonderlijk voorrecht van een bepaalde persoon of groep personen
Een manier om een graanakker zo nuttig mogelijk te gebruiken, door in 1 jaar 1/3 van het land in de herfst te zaaien, 1/3 van het land in de lente en 1/3 van het land braak te laten liggen
Het streven van heersers om hun gebied vanuit 1 punt te besturen en in het hele grondgebied gelijke wetten en belastingen in te voeren
samenwerkingsverband van ambachtslieden die in een stad hetzelfde beroep uitoefenen
Een economie waarin geld het voornaamste ruilmiddel is
Het ontstaan van een groot gebied met 1 bestuur
Slide 35 - Question de remorquage
De feodale heer geeft de stad zijn stadrechten omdat;
A
hij behoefte heeft aan geld
B
het stedelijke leger groter is dan zijn leger
C
het moet van de koning (die een centralisatieproces op gang brengt
D
hij voor zijn voorziening van eten afhankelijk is van de stad
Slide 36 - Quiz
Welk antwoord kan dienen als voorbeeld bij het Kenmerkende Aspect "Het begin van staatsvorming en centralisatie"
A
De heer eist van de horige boer dat deze zijn land niet verlaat
B
De koning stuurt zijn broer mee op kruistocht
C
De koning maakt een eigen leger met huurlingen
D
Karel de Grote voert het feodalisme in
Slide 37 - Quiz
Zet de onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde!
Verbeteringen in de landbouw
Ontstaan voedseloverschotten
Bevolkingsgroei en specialisatie
Toename handel
Ontstaan markten
Ontstaan steden
Slide 38 - Question de remorquage
Leg uit: op welke manier versterkten de toenemende zelfstandigheid van steden en de opkomende centralisatie elkaar?
Slide 39 - Question ouverte
Noem: 1. een voordeel dat de vorst van centralisatie had én 2. een nadeel dat de adel/steden van centralisatie hadden.
Slide 40 - Question ouverte
Lees de bron. Het verhaal is een voorbeeld van het kenmerkend aspect: 'Staatsvorming en centralisatie.' Leg uit!
Slide 41 - Question ouverte
Karel de Stoute was een Bourgondische vorst die aan het einde van de middeleeuwen heerste over het gebied dat nu België, Luxemburg en Nederland is. Welke gebeurtenissen uit het leven van Karel de Stoute is GEEN voorbeeld van centralisatie?
A
Karel de Stoute vestigt in 1473 in Mechelen een rekenkamer, waar ambtenaren de financiën van al zijn gebieden moeten bijhouden.
B
Karel de Stoute verovert het hertogdom Gelre en maakt zijn landsdelen zo tot een aangesloten gebied.
C
Karel de Stoute stelt een Grote Raad in, het hoogste rechtscollege van al zijn landsdelen.
D
Na de dood van Karel de Stoute belooft zijn dochter Maria van Bourgondië geen belastingen te heffen zonder toestemming van de landsdelen. In ruil hiervoor krijgt zij hun steun.