4M Scheikunde CE voorbereiding 3

4M Scheikunde CE voorbereiding 3
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

4M Scheikunde CE voorbereiding 3

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik je kleine letters en wanneer hoofdletters bij atomen en moleculen?

Slide 2 - Question ouverte

Doel van de les
Deze les heb je hoofdstuk 1 en 5 herhaald

Slide 3 - Diapositive

Telwoorden
rij mono
dilemma
triathlon
tetris
pentagram
1 = mono
2 = di
3 = tri
4 = tetra
5 = penta

Slide 4 - Diapositive

Hoe noem je O2?
A
di-zuurstof
B
duo-zuurstof
C
zuursstof-di
D
zuurstof-duo

Slide 5 - Quiz

Schrijf het molecuul uit: AlCl3

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf het molecuul op als formule
Di-ijzer-penta-zuurstof-trichloride

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf het molecuul uit: Hg2Cl3

Slide 8 - Question ouverte

Stof
Formule
Molecuulmassa
Koolstofdioxide
Methaan
CH4
Stikstofdioxide
Zwaveldioxide
Zoutzuur
HCl
Zwavelzuur
H2SO4
44u
NO2
CO2
98,1 u
46u
SO2
64,1u
16u
36,5u

Slide 9 - Question de remorquage

Carbonaat
Nitraat
Hydraat
Fosfaat
Sulfaat
Sleep de juiste formules naar de juiste triviale naam
NO3
OH
PO4
CO3
SO4

Slide 10 - Question de remorquage

Zet de juiste zoutnamen bij de verhoudingsformules. 
Na2SO4
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
natriumsulfaat
natriumsulfide
koperfosfaat
calciumfosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is de lading van het chroom-ion in het zout:



CrCl3
1. Bestaat uit chroom-ion en chloride-ion
2. Cr??  en

dus moet Cr wel 3+ zijn .. anders is de netto lading niet gelijk aan 0.

 
Cl

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Sleep de juiste naam naar het ion. 
Let op: Er blijven antwoorden over.
IJzeride-ion
Zilver-ion
Zilver(I)-ion
IJzer(III)-ion
Jood-ion
zuurstofide-ion
oxide-ion
zwavel-ion
Magnesium- ion
Sulfide-ion
Jodide-ion
Zilverode-Ion

Slide 14 - Question de remorquage

Maak het zout kloppend.
In welke verhouding zitten aluminium en chloor in een zout?

Slide 15 - Question ouverte

Maak het zout kloppend.
In welke verhouding zitten fosfaat en natrium in een zout?

Slide 16 - Question ouverte

Romeinse cijfers
Bij wisselde positieve lading wordt er romeinse cijfers gebruikt.
Fe2+ = ijzer(II)-ion
Fe3+ = ijzer(III)ion

1 = I            4 = IV
2 = II          5 = V
3 = III         6 = VI

Slide 17 - Diapositive

Welke ionsoorten zijn altijd positief geladen?
A
niet-metalen
B
metalen
C
zouten
D
metalen en niet metalen

Slide 18 - Quiz

Welk ion is chroom(VII)?

Slide 19 - Question ouverte

Chroom-tri-chloride is een zout. De lading van het chloor atoom is bekend. Wat is de lading van het chroom-atoom? Geef het romeinse cijfer.

Slide 20 - Question ouverte

di-molybdeen-di-carbonaat is een zout. De lading van het carbonaat atoom is bekend. Wat is de lading van het molybdeen-atoom? Geef het romeinse cijfer.

Slide 21 - Question ouverte

Geef de molecuulformules van ijzer(III)nitraat en ijzer(III)sulfaat

Slide 22 - Question ouverte