Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Probleemgedrag
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke andere benamingen ken je voor probleemgedrag?
Slide 2 - Carte mentale
Dementie gaat, zoals bekend, gepaard met vormen van gedrag die problemen kunnen opleveren voor de persoon met dementie zelf en/of zijn omgeving. Voor dit gedrag worden er verschillende benamingen gebruikt:
Onbegrepen gedrag;
Gedragsproblemen;
Probleemgedrag;
Moeilijk verstaanbaar gedrag;
Moeilijk hanteerbaar gedrag;
Neuropsychiatrische symptomen;
Veranderend gedrag.
Wat is probleemgedrag?
A
Alle gedrag van de zorgvrager dat door zorgverleners als moeilijk
hanteerbaar wordt ervaren
B
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de omgeving als een probleem wordt ervaren
C
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de zorgvrager zelf als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 3 - Quiz
Onder probleemgedrag, ofwel 'onbegrepen gedrag', verstaan we alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen.
Tekst
Vormen van probleemgedrag
Slide 4 - Carte mentale
Welke vormen van onbegrepen gedrag kennen jullie?
Hoeveel procent van de zorgvragers met dementie vertoont probleemgedrag?
A
50-60%
B
60-70%
C
70-80%
D
80-90%
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Stelling: Probleemgedrag wordt veelal veroorzaakt door ernstige hersenschade
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
"Een veelvoorkomend misverstand is de gedachte dat storend (of gestoord) gedrag veelal veroorzaakt wordt door ernstige hersenschade.
Er is maar een kleine beschadiging aan het brein nodig om tot allerlei vreemde gedragsverschijnselen te geraken... en dat noemen wij dan weer probleemgedrag".
(Het demente brein: Omgaan met probleemgedrag. Anneke van der Plaats)
Hoe heet de taalstoornis waarbij een zorgvrager woorden niet meer goed begrijpt en gedachten niet goed kan verwoorden?
A
Agnosie
B
Afasie
C
Apraxie
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
De stoornis waarbij een zorgvrager personen, voorwerpen of geuren niet meer herkend heet agnosie.
A
Waar
B
Niet waar
C
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke methodiek hanteren jullie bij probleemgedrag?
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Bij welke vorm van dementie treden er vaak al snel persoonlijkheidsveranderingen op?
A
De ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Frontotemporale dementie
D
Parkinsondementie
Slide 10 - Quiz
Bij frontotemporale dementie zijn er vaak al snel sterke persoonlijkheidsveranderingen.