Interpunctie groep 7: Komma, dubbele punt en aanhalingstekens

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

basschreeuwdetegenzijnvaderikwilpatatetenvanavond

datgaanwemooinietdoenzeivadertegenbas

jekuntkiezenuitspaghettizuurkoolpreischotelofvis

basantwoorddeikkannietkiezenwanthetistemoeilijk

danslapenweernogeennachtjeoverzeivader

latenwevoornumaarpatathalendan

Je ziet hier een verhaaltje staan, maar er ontbreekt nogal wat. Kunnen jullie aangeven wat?

Wat ontbrak er in de tekst?

Het gebruik van leestekens zoals: punten, komma's, aanhalingstekens, vraagtekens en uitroeptekens noemen we interpunctie.

Zo zie je meteen al het één en ander staan hierboven.

Maar wat zijn hierover de regels en afspraken?

Wanneer moet ik ze precies gebruiken?

Bij welke zin hoort het vraagteken?

1. Ik wil weer terug naar school
2. Geef me onmiddellijk mijn pen terug
3. stem je op onze partij
4. ik heb een nieuwe telefoon gekregen voor mijn verjaardag

Wanneer gebruik je een uitroepteken?

1. Als je een zin extra nadruk wilt geven.
2. Na het einde van een zin.
3. Na een uitroep of bevel.

Bij welke zin past het uitroepteken het best?

1. Wil je meteen naar huis komen
2. Ga onmiddellijk uit mijn weg
3. Ik loop me ongelooflijk te vervelen
4. Morgen is het vrijdag

Doel van vandaag:

Ik kan hoofdletters, komma's, dubbele punten en aanhalingstekens gebruiken in een tekst.

Wat schrijf je met een hoofdletter?

1. Aardrijkskundige namen
2. Namen van planten
3. Namen van merken
4. Namen van de dagen van de week

Welke zin is goed?

1. Jan en ibrahim gaan naar school.
2. Houden jullie van kerstmis?
3. In milaan schijnt de zon vaak.
4. In oktober is de herfstvakantie.

Welke zin is goed?

1. 'S avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
2. 's Avonds gaan levi en sanne naar de kermis.
3. 's Avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
4. 's Avonds gaan Levi en Sanne naar de Kermis.

Komma ,

- tussen twee zinnen

Fred ging naar school, maar viel onderweg.

- tussen de delen van een opsomming 
Ik ga: aardappelen, wortels en eieren halen.

-Voor het woord dat geen komma!
Ik hoorde dat jij de eerste prijs hebt gewonnnen.

Welke zin is goed geschreven?

1. Ik hoorde, dat je boos bent op me.
2. Ik ben boos, omdat je me niet belde.
3. Je belde me niet en daarom, ben ik boos.
4. Ik ben boos omdat, je me niet belde.

Waar klopt de opsomming?

1. Je kunt kiezen uit: groen blauw geel of rood
2. Je kunt kiezen uit: groen, blauw, geel, of rood.
3. Je kunt kiezen uit: groen, blauw, geel of rood.
4. Je kunt kiezen uit: groen, blauw, geel of, rood.

Dubbele punt :

- voor een opsomming
Ik zing: rock, pop en klassieke muziek.

- voor een verklaring

Ik ben wat later: de brug staat open.

- voor de directe rede

Het meisje zei: " Waar is mijn tas?" 

Je gebruikt een dubbele punt bij ...

1. een opsomming
2. een verklaring
3. citaat
4. uitspraak

In welke zin staat de dubbele punt op de juiste plek?

1. De volgende landen doen mee: Nederland, Frankrijk en Duitsland.
2. De volgende landen doen mee. Nederland: Frankrijk en Duitsland.
3. De volgende landen: doen mee. Nederland, Frankrijk en Duitsland.
4. De volgende landen doen mee. Nederland, Frankrijk: en Duitsland.

In welke zin staat de dubbele punt op de juiste plaats?

1. Ik: kan niet meedoen met gymnastiek mijn arm is gekneusd.
2. Ik kan niet meedoen: met gymnastiek mijn arm is gekneusd.
3. Ik kan niet meedoen met gymnastiek: mijn arm is gekneusd.
4. Ik kan niet meedoen met gymnastiek mijn arm: is gekneusd.

Welke zin klopt?

1. De burgemeester: zei "denk even na voordat je iets doet."
2. De burgemeester zei "Denk even na: voordat je iets doet."
3. De burgemeester zei: "denk even na voordat je iets doet."
4. De burgemeester zei: Denk even na voordat je iets doet."

Aanhalingstekens " 

-Wanneer iemand iets letterlijk gezegd heeft

Meester Albert zei: " Morgen ga ik naar de bioscoop."

Schrijf de volgende zin goed op:
Kim zegt we gaan straks buiten spelen

Schrijf goed op:
Ga je mee naar het park vraagt oma.

Hoe heet het gebruik van leestekens ook alweer?

1. Intrapuctie
2. Interpnuctie
3. Interductie
4. Interpunctie

Welke uitspraak klopt?

1. Je gebruikt komma's tussen twee zinnen en bij een opsomming.
2. Een dubbele punt schrijf je voordat je een opsomming doet en voordat je een verklaring geeft.
3. Aanhalingstekens staan voor en achter wat er precies gezegd wordt.
4. Je schrijft een hoofdletter o.a. bij: aardrijkskundige namen, het begin van een zin en feestdagen.

Dit was de tekst aan het begin van de les:

basschreeuwdetegenzijnvaderikwilpatatetenvanavond

datgaanwemooinietdoenzeivadertegenbas

jekuntkiezenuitspaghettizuurkoolpreischotelofvis

basantwoorddeikkannietkiezenwanthetistemoeilijk

danslapenweernogeennachtjeoverzeivader

latenwevoornumaarpatathalendan

Dit is het als je interpunctie goed gebruikt:

Bas schreeuwde tegen zijn vader: "Ik wil patat eten vanavond!"

"Dat gaan we mooi niet doen", zei vader tegen Bas.

"Je kunt kiezen uit: spaghetti, zuurkool, preischotel of vis."

Bas antwoordde: "Ik kan niet kiezen, want het is te moeilijk."

"Dan slapen we er nog een nachtje over", zei vader.

"Laten we voor nu maar patat halen dan."

Daarom dus :-)

Zie je trouwens ook de werkwoorden in de tekst? ;-)

Na deze les weet ik hoe ik interpunctie moet gebruiken in mijn nieuwsbericht voor Staal.

heel goed

best goed

een beetje

totaal niet