Interpunctie groep 7

bas schreeuwde tegen zijn vader ik wil patat eten vanavond dat gaan we mooi niet doen zei vader tegen bas je kunt kiezen uit spaghetti zuurkool preischotel of vis bas antwoordde ik kan niet kiezen want het is te moeilijk dan slapen we er nog een nachtje over zei vader laten we voor nu maar patat halen dan
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

bas schreeuwde tegen zijn vader ik wil patat eten vanavond dat gaan we mooi niet doen zei vader tegen bas je kunt kiezen uit spaghetti zuurkool preischotel of vis bas antwoordde ik kan niet kiezen want het is te moeilijk dan slapen we er nog een nachtje over zei vader laten we voor nu maar patat halen dan

Slide 1 - Diapositive

Wat mist er in
de tekst?

Slide 2 - Carte mentale

Het gebruik van leestekens zoals: punten, komma's, aanhalingstekens, vraagtekens en uitroeptekens noemen we interpunctie.

Maar wat zijn hierover de regels en afspraken?
Wanneer moet ik ze precies gebruiken?
Dat gaan we nu even oefenen! :)

Slide 3 - Diapositive

Doel van deze les:
Ik weet hoe ik hoofdletters, komma's, dubbele punten en aanhalingstekens moet gebruiken in een tekst.

Slide 4 - Diapositive

Wanneer gebruik
je een hoofdletter?

Slide 5 - Carte mentale

Let op:
's Avonds hebben we nog
lekker gebarbecued.

't Was een mooie dag.
HoOfDLetTeRs

Slide 6 - Diapositive

Wat schrijf je met een hoofdletter?
A
Aardrijkskundige namen (landen/plaatsen)
B
Namen van planten en bomen
C
Namen van merken en bedrijven
D
Namen van de dagen van de week

Slide 7 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
Jan en ibrahim gaan naar school.
B
Houden jullie van kerstmis?
C
In milaan schijnt de zon vaak.
D
In oktober is de herfstvakantie.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
(Kijk goed)
A
'S avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
B
's Avonds gaan levi en sanne naar de kermis.
C
's Avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
D
's Avonds gaan Levi en Sanne naar de Kermis.

Slide 9 - Quiz

De komma, waar komt die?
- na een briefaanhef
Beste mevrouw Janssen, 
- tussen de delen van een opsomming (niet voor 'en'!)
Ik ga aardappelen, wortels en eieren halen.
- tussen twee persoonsvormen 
Als het goed is, wordt het morgen mooi weer.
- vaak voor een voegwoord (bijv. maar, omdat, waardoor, want)

Slide 10 - Diapositive

Welke zin is goed geschreven?
A
Ik, hoorde dat je boos op me bent.
B
Ik ben boos, omdat je me niet belde.
C
Je belde me niet en daarom, ben ik boos.
D
Ik ben boos omdat, je me niet belde.

Slide 11 - Quiz

Waar klopt de opsomming?
A
Je kunt kiezen uit: groen blauw of geel.
B
Je kunt kiezen uit: groen, blauw, of geel.
C
Je kunt kiezen uit: groen, blauw of geel.
D
Je kunt kiezen uit: groen, blauw, of, geel.

Slide 12 - Quiz

Schrijf deze zin goed op:
toen de man de struik had gepland zag de tuin er meteen mooier uit

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de zin goed op:
ik wilde gaan schaatsen maar het is gaan dooien

Slide 14 - Question ouverte

De dubbele punt gebruik je:
- voor een opsomming (zoals deze)
Ik zing het liefst: rock, pop en klassieke muziek.
- voor een verklaring of uitleg
Ik ben wat later: de brug staat open.
- voor een citaat
Het meisje vroeg: "Waar is mijn tas?" 

Slide 15 - Diapositive

Je gebruikt een dubbele punt bij...
(misschien zijn er wel meerdere antwoorden goed).
A
een opsomming
B
een verklaring
C
een citaat

Slide 16 - Quiz

In welke zin staat de dubbele punt op de juiste plek?
A
De volgende landen doen mee: Nederland, Frankrijk en Duitsland.
B
De volgende landen doen mee. Nederland: Frankrijk en Duitsland.
C
De volgende landen: doen mee. Nederland, Frankrijk en Duitsland.
D
De volgende: landen doen mee. Nederland, Frankrijk en Duitsland.

Slide 17 - Quiz

In welke zin staat de dubbele punt op de juiste plaats?
A
Ik: kan niet meedoen met gymnastiek mijn arm is gekneusd.
B
Ik kan niet meedoen: met gymnastiek mijn arm is gekneusd.
C
Ik kan niet meedoen met gymnastiek: mijn arm is gekneusd.

Slide 18 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
De burgemeester: zei "denk even na voordat je iets doet."
B
De burgemeester zei "Denk even na: voordat je iets doet."
C
De burgemeester zei: "denk even na voordat je iets doet."
D
De burgemeester zei: "Denk even na voordat je iets doet."

Slide 19 - Quiz

" Aanhalingstekens " 
- Wanneer iemand iets letterlijk gezegd heeft (een citaat)
Meester Albert zei: "Morgen ga ik naar de bioscoop."
- Bij sarcasme of zelfbedachte woorden
Dat was weer een ‘geslaagde’ grap.
- ...
Niet bij gedachten:
Ik dacht: wat zal ik vandaag eens gaan doen?

Slide 20 - Diapositive

Hij zei: "Ik ga weg."

"Ik ga weg", zei hij. 

Slide 21 - Diapositive

Schrijf de volgende zin goed op:
Kim zegt we gaan straks buiten spelen

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf deze zin goed op:
ik hoop zei de trainer tegen het team dat jullie nu de buitenspel regel goed kunnen toepassen

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf goed op:
Ga je mee naar het park vraagt oma.

Slide 24 - Question ouverte

Hoe heet het gebruik van leestekens ook alweer?
A
Intrapuctie
B
Intraductie
C
Interductie
D
Interpunctie

Slide 25 - Quiz

Welke uitspraak klopt?
A
Je gebruikt komma's tussen twee zinnen en bij een opsomming.
B
Een dubbele punt schrijf je voordat je een opsomming doet en voordat je een verklaring geeft.
C
Aanhalingstekens staan voor en achter wat er precies gezegd wordt.
D
Je schrijft een hoofdletter o.a. bij: aardrijkskundige namen, het begin van een zin en feestdagen.

Slide 26 - Quiz

bas schreeuwde tegen zijn vader ik wil patat eten vanavond dat gaan we mooi niet doen zei vader tegen bas je kunt kiezen uit spaghetti zuurkool preischotel of vis bas antwoordde ik kan niet kiezen want het is te moeilijk dan slapen we er nog een nachtje over zei vader laten we voor nu maar patat halen dan

Slide 27 - Diapositive

Bas schreeuwde tegen zijn vader: "Ik wil patat eten vanavond!"
"Dat gaan we mooi niet doen", zei vader tegen Bas.
"Je kunt kiezen uit: spaghetti, zuurkool, preischotel of vis."
Bas antwoordde: "Ik kan niet kiezen, want het is te moeilijk."
"Dan slapen we er nog een nachtje over", zei vader.
"Laten we voor nu maar patat halen dan."

Slide 28 - Diapositive

Ik weet nu (beter) hoe ik interpunctie moet gebruiken in een tekst.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Diapositive