Rekonomie H5

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

REKONOMIE Hoofdstuk 5

Het nominaal inkomen stijgt met 6%. Het reële inkomen stijgt met 2,5%. Hoeveel procent is de inflatie?

1. 3,2%
2. 3,5%
3. 3,4%
4. 8,7%

De omzet is € 9720,- en de afzet 120. Bereken de verkoopprijs

1. 80
2. 81
3. 79
4. 82

TK= 7,5q+1200
TO= 16q
Hoeveel bedragen de GVK

1. 7,5
2. 1200
3. 16
4. 7,5q

TK= 7,5q+1200
TO= 16q
Hoeveel zijn de constante kosten

1. 7,5
2. 1200
3. 16
4. 7,5q+1200

Gegeven is de kostenvergelijking:
TK = 6q + 80
Bepaal de marginale kosten (MK)

1. 6
2. 80
3. 86
4. 74

TO en MO

De MO lijn is 0 als de TO lijn op de top zit.

Bepaal de afgeleide MK van:
TK: 3q² +4q+85

1. 6q + 4q +85
2. 6q² +4q
3. 6q + 4
4. 6q

Maximale totale winst

TW = TO - TK

Dit kan ook door eerst Q te bepalen uit MO = MK 

Bij hoeveel
producten heb ik
dus maximale winst?

1. bij 4
2. bij 5
3. bij 3
4. bij 1

Opdrachten

5.1 t/m 5.14