Spelling blok 3

een paard - twee ...
1 / 38
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

een paard - twee ...

Slide 1 - Question ouverte

een staart - twee ...

Slide 2 - Question ouverte

een voet - twee ...

Slide 3 - Question ouverte

Bran.
A
t
B
d

Slide 4 - Quiz

spel.
A
t
B
d

Slide 5 - Quiz

fees.
A
t
B
d

Slide 6 - Quiz

woor.
A
t
B
d

Slide 7 - Quiz

Schrijf het woord
bij het plaatje

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf het woord
bij het plaatje

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf rijmwoord met s~
poort

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf rijmwoord met s~
fraai

Slide 11 - Question ouverte

.om
A
s
B
z

Slide 12 - Quiz

.out
A
s
B
z

Slide 13 - Quiz

.oep
A
s
B
z

Slide 14 - Quiz

.ij
A
s
B
z

Slide 15 - Quiz

stomme e
Je hoort de /u/, maar je schrijft de e.
Een stomme e staat vaak aan het eind van een woord.
woorden met ver, ge, be
woorden met en, er, el, em en e

Slide 16 - Diapositive

woorden met stomme e

Slide 17 - Carte mentale

Schrijf het verkleinwoord
bij het plaatje

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord
bij het plaatje

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord
bij het plaatje

Slide 20 - Question ouverte

verkleinwoorden met -je

Slide 21 - Carte mentale

verkleinwoorden met tje

Slide 22 - Carte mentale

Schrijf het woord
bij het plaatje

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf het woord
bij het plaatje

Slide 24 - Question ouverte

.on
A
z
B
s

Slide 25 - Quiz

.iek
A
z
B
s

Slide 26 - Quiz

.oort
A
z
B
s

Slide 27 - Quiz

woorden met de z

Slide 28 - Carte mentale

Schrijf het woord
bij het plaatje

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf het woord
bij het plaatje

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf het woord
bij het plaatje

Slide 31 - Question ouverte

woorden met f

Slide 32 - Carte mentale

woorden met v

Slide 33 - Carte mentale

.aak
A
v
B
f

Slide 34 - Quiz

.it
A
v
B
f

Slide 35 - Quiz

.oor
A
v
B
f

Slide 36 - Quiz

.ilm
A
v
B
f

Slide 37 - Quiz

Samenstellingen
doe het zo
fiets+bel = fietsbel

Slide 38 - Carte mentale