B1 Het zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Thema 10: Regeling

Basisstof 1 het zenuwstelsel

Leerdoel

Je kan de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.

Lesverloop

1. Terugkoppelingsvragen
2. Uitleg
3. Kennisvragen
4. Zelfstandig werken 

Welke 5 zintuigen zijn er?

Kennisvragen

Aantekening

Het zenuwstelsel bestaat uit het ............... en uit...............

Het centralezenuwstelsel bestaat uit:

• .
• .
• .
• .

Het zenuwstelsel bestaat uit:

1. Centrale zenuwstelsel

• Grote hersenen
• Kleine hersenen
• Hersenstam
• ruggenmerg

2. Zenuwen

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Onderdelen van de hersenen

Grote Hersenen:
-bewustzijn, zintuigelijke waarneming en bewuste beweging.
 
Kleine hersenen: 
-Coördinatie en timing van beweging.
 
Hersenstam:
 -regelen van verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg, regelen van inwendige functies.
 
Ruggenmerg
 -Verbinding tussen hersenen en rest van het lichaam, speelt een rol bij reflexen.

Zenuwen

 - Vervoeren impulsen van/naar het rugenmerg

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

De werking van het zenuwstelsel

1. Noem een voorbeeld van een prikkel.
2. Wat is een impuls?
3. Welke onderdelen van je zenuwstelsel kunnen impulsen maken?
4. Noem een voorbeeld van een inwendige prikkel.

Eigenschappen prikkels

• Zijn signalen van binnen of buiten
• Worden door zintuigen van het lichaam waargenomen
• Prikkels vormen de basis voor het gedrag wat jij laat zien
• Prikkel die je bij het gedrag hoort noem je een adequate prikkel 

Uitwendige prikkels

Inwendige prikkels

Inwendige prikkels

Hormonen

Welke stelsels zijn er zoal?

Welke stelsels zijn er zoal?

Welke stelsels zijn er zoal?

Prikkel vs Impuls

• Zintuigcellen zijn de receptoren
  
• Prikkels zijn signalen uit de omgeving
• Impulsen zijn de signalen die je lichaam gebruikt om informatie door te geven
• Drempelwaarde: wanneer een prikkel sterk genoeg is dat de prikkel door de zintuigen word omgezet in een impuls

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

Prikkel vs Impuls

• Drempelwaarde: wanneer een prikkel sterk genoeg is dat de prikkel door de zintuigen word omgezet in een impuls

Vul voor jezelf aan

Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym

Active centrum: waar substraat bind met enzym

reactieproduct: wat uit de reactie komt

De weg van een impuls

Pas bij overschrijding van de drempelwaarde wordt een prikkel een impuls.

Deze impuls gaat dus naar de grote hersenen, om verwerkt te worden.

Kennisvragen

Waarmee communiceert het zenuwstelsel?

1. via de bloedbaan
2. via de lymfevaten
3. met een elektrisch stroompje
4. met vluchtige hormonen

Zenuwstelsel

Hersenen

Ruggenmerg

Centrale zenuwstelsel

Zenuwstelsel

Perifere zenuwstelsel

Welke stelling over een zintuigcel klopt niet?

1. Een zintuigcel vangt een prikkel uit de omgeving op
2. Een zintuigcel geeft het signaal door aan een gevoelszenuwcel
3. een zintuigcel ontvangt een impuls
4. Een zintuigcel maakt een impuls aan

Zenuwstelsel

Centraal zenuwstelsel

Perifeer zenuwstelsel

Autonoom zenuwstelsel

Somatisch zenuwstelsel

Sympathisch zenuwstelsel

Parasympathisch zenuwstelsel

Welk onderdeel van de hersenen stemt de bewegingen op elkaar af?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg

Welk onderdeel van de hersenen is betrokken bij alle bewuste functies?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg

Welke onderdelen horen bij:

Centrale zenuwstelsel

Zenuwstelsel

zenuwen

Hersenen

Hersenen

ruggenmerg

Ruggenmerg

Wat doen de kleine hersenen?

1. Zorgen ervoor dat je spieren werken en je in evenwicht blijft
2. Zorgen ervoor dat je dingen in je omgeving waarneemt, zoals licht
3. Sturen bliksemsnelle reacties naar je lijf (reflex)
4. Verdelen de impulsen die binnenkomen vanuit je romp en ledematen naar de rest van je hersenen

In de grote hersenen

1. worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
2. worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
3. worden bewegingen op elkaar afgestemd
4. worden prikkels in impulsen omgezet

Wat is de functie van de hersenstam?

1. Coördinatie van impulsen naar de spieren.
2. Regeling van levensprocessen.
3. Opslaan van informatie: geheugen.
4. Het zorgt er alleen voor dat de grote & kleine hersenen verbonden zijn met het ruggenmerg.

Zelfstandig werken

Thema regeling 

- Opdrachten maken

- Basisstof 1 

Klaar?

- Test jezelf

- Blooket spelen

Zelfstandig werken in stilte

Zelfstandig werken en fluisteren

Zelfstandig werken en overleggen