Hs5 les 1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

5.1 Wat heb je nodig?

Mevrouw Hollestelle

[e-mail]

Wat gaan we doen vandaag:

- We gaan kijken naar wat een balans is;

- Wat een vaste activa is;

- Wat een vlottende activa is;

- Wat liquide activa zijn.

Wat kan je aan het einde van deze les?

- Je kan aangeven wat de functie van een balans is;

- Je kan voorbeelden geven van vlottende- en vaste activa;

- Je kan voorbeelden geven van liquide middelen;

- Je kan de debetzijde van de balans opstellen.

Wat heeft een bedrijf nodig?

Overleg dit met je buurman/buurvrouw.

Schrijf dit op het blad wat ik jullie heb uitgedeeld.

Wat heeft een bedrijf nodig?

Bezittingen en schulden

De bezittingen noemen we activa 

en 

schulden noemen we passiva.

Deze worden overzichtelijk weergegeven in een balans. 

Een balans moet altijd in evenwicht zijn. Een balans geeft weer wat heb ik gekocht (activa) van welk geld (passiva)

Bezittingen (activa)

Bezittingen kunnen we onderverdelen in vaste- en vlottende activa

Vaste activa blijft langer dan 1 jaar in een bedrijf

Vlottende activa blijft korter dan 1 jaar in een bedrijf

Vaste activa >1 jaar

Voorbeelden van vaste activa zijn:

Bedrijfsgebouw, bedrijfsauto en machines.

Heb jij een voorbeeld van een vaste activa?

Noem een voorbeeld van een vaste activa >1 jaar.
Gebruik hiervoor jullie blad.

Vlottende activa < 1 jaar

Voorbeelden van vlottende activa zijn:

Voorraad goederen = voorraad van de producten die je verkoopt

Debiteuren = het bedrag dat je nog moet krijgen van je klanten

Bank = saldo op je bankrekening

Heb jij een voorbeeld van een vlottende activa?

Noem een voorbeeld van een vlottende activa.
Gebruik hiervoor jullie blad.

Voorraad goederen

De voorraadgoederen worden tegen inkoopprijs  op de balans gezet. Want je voorraad is een bezitting en bezittingen zetten we altijd op de balans voor het bedrag wat we ervoor hebben betaald. De uiteindelijke verkoopprijs worden hierin niet meegenomen.

Liquide activa

Liquide middelen is het geld dat je hebt dus het saldo op je lopende rekening en het contante geld.

Dus het girale en chartale geld vormen samen de liquide middelen

In stilte zelfstandig aan het werk

Op pagina 128 en 129 "5.1 Wat heb je nodig?"

Je krijgt hiervoor 15 minuten.

Klaswerk opgave: 1 - 2 - 3 - 4 maken

Ben je klaar? Dan mag je opgave 6 - 7 - 8 maken

Het stoplicht: Rood = Stilte en geen vragen stellen aan docent

Oranje = In stilte werken je mag vragen stellen aan de docent Groen = jullie mogen overleggen

Wat hebben we geleerd vandaag?

Wat is een balans?

1. een overzicht van de bezittingen en schulden
2. Een overzicht van de vaste- en vlottende activa
3. een overzicht van de liquide middelen
4. een overzicht van de schulden

Welke van de onderstaande opties is een vaste activa?

1. Banksaldo
2. Debiteuren
3. Bedrifjsgebouwen
4. Kas

Welke van de onderstaande opties is een vlottende activa?

1. Bedrijfsgebouw
2. Bedrijfsauto's
3. Inventaris
4. Kasgeld

Hoe lang blijft vlottende activa binnen de organisatie?

1. >1 jaar
2. <1 jaar

Hoelang blijft vaste activa binnen de organisatie?

1. >1 jaar
2. <1 jaar

Huiswerk voor de volgende les

Maken tot en met opgave 10.