Werkwoordspelling verleden tijd klas 1 kgt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Aan het einde van deze paragraaf:

- Kun je werkwoorden van de tegenwoordige tijd in de verleden tijd plaatsen.

DOELEN

even herhalen.....

Weet je het nog?

tegenwoordige tijd - verleden tijd

Een werkwoord kan vertellen wat iemand nu doet of wat er nu gebeurt.

Een werkwoord kan ook vertellen wat iemand gedaan heeft of wat er al is gebeurd.

learningapps.org

even oefenen:

Zometeen krijg je 2 zinnen.

Jij zet de zin in de andere tijd.

Dus: van tegenwoordige tijd naar verleden tijd.

Onze mentor vertelt een spannend verhaal.

De conciërge haalt de briefjes op.

persoonsvorm:

- kun je in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd schrijven.

- staat vooraan in de zin bij een vraagzin.

persoonsvorm

persoonsvorm

ik loop naar school  (tegenwoordige tijd)

Ik liep naar school (verleden tijd)

Loop ik naar school? (vraagzin)

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

1. Hele werkwoord +en
2. Hele werkwoord -en
3. Ik-vorm van werkwoord

Wat is de stam van werken?

1. werken
2. werkenen
3. werk
4. werkt

Wat is de stam van geloven?

1. Geloven
2. Gelof
3. Geloof
4. Gelov

't sexy fokschaap

't sexy fokschaap

Laatste letter van stam van werkwoord in 't sexy fokschaap? Dan -te(n).

Voorbeeld: fiets- hij fietste

't sexy fokschaap

Laatste letter van stam van werkwoord NIET in 't sexy fokschaap? Dan -de(n).

Voorbeeld: gelov- (van geloven) hij geloofde

NU JULLIE!

Maken Spark W 3.1 (De verleden tijd).

Vind je het lastig of heb je vragen? 

Kom vanmiddag naar online huiswerkbegeleiding!