K1b 2.1 les 2

Het Romeinse Rijk

Paragraaf 2.1

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen hoe de Romeinen omgingen met mensen die aan hun grenzen woonden
• Ik kan voorbeelden geven van romanisering
• Ik kan het begrip oudheid uitleggen

Weten jullie het nog?

Hoe ging het verder toen de boeren op een vaste plek gingen wonen?

Rome

• De stad Rome ging steeds meer gebieden veroveren
• Dit werd een rijk:

       het Romeinse Rijk

Keizers

• De baas van het Romeinse Rijk was een keizer
• Iedereen moest naar de keizer luisteren

• Kijk het filmpje
  
• Schrijf bij elke keizer iets op wat je bijzonder of raar vindt

Verschillende mensen

In het rijk woonden verschillende volken

De keizer kon een groot rijk niet alleen 
besturen. Hiervoor had hij:

• wetten
• ambtenaren
• belasting

Werktijd

• Lees blz. 52 en 53 (de blauwe tekst)
• Maak opdracht 1 t/m 4
• Nakijken
• Klaar? Maak blz. 58 of 59

Grenzen

De Rijn was de
natuurlijke grens

Wij zouden in het
Romeinse Rijk wonen!

Bondgenootschappen

De Romeinen en Bataven spraken af dat ze elkaar niet zouden aanvallen

Bondgenootschap

De afspraken stonden in een verdrag

Samenleving

• Om de grenzen te bewaken bouwden de Romeinen legerkampen
• Er ontstonden steden rond de legerkampen
• De meeste mensen woonden op het platteland

• landbouwstedelijke samenleving

Werktijd

• Lees blz. 54 (de blauwe tekst)
• Maak opdracht 5 en 6
• Nakijken
• Klaar? Maak blz. 58 of 59

Romanisering

Veel mensen namen de spullen en cultuur over van de Romeinen

Romanisering

Als je je aanpaste kon je belangrijke functies krijgen en je kon rijk worden

slaven

Mensen van overwonnen volken werden slaven

Werken in landbouwbedrijven of mijnen

Soms moesten slaven tot de dood vechten in theaters

Werktijd

• Lees blz. 55 (de blauwe tekst)
• Maak opdracht 7, 8 en 9
• Nakijken
• Klaar? Maak de andere opdrachten
  van de paragraaf af