Examen woordenlijst 4M

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

woordenlijst examen

De volgende woorden komen vaak in de vragen of meerkeuzeantwoorden van de examens voor.

Slide 2 - Diapositive

Geef de betekenis van
aankondigen
A
vertellen dat iets gaat komen
B
vertellen dat iets gaat ontstaan
C
vertellen dat iets gaat gebeuren
D
vertellen dat iets gaat komen of gebeuren

Slide 3 - Quiz

Geef de betekenis van
aanleiding

Slide 4 - Question ouverte

Sleep de juiste betekenis naar het woord
iets wat je zegt of schrijft
te maken hebben met
onderdeel
minder erg maken
opmerking over iets
vinden
waarvoor iets is bedoeld
afzwakken
aantreffen
betrekking hebben op
commentaar
bewering
functie
element

Slide 5 - Question de remorquage

een uitspraak waarmee
je het eens of oneens
kunt zijn

Slide 6 - Carte mentale

Zeg in één woord:
letterlijk overschrijven of
iemands woorden letterlijk weergeven

Slide 7 - Question ouverte

iets waarvan je kunt
controleren of het 
waar is
je gebuikt iets om iets te bereiken

waardoor iets komt

waarom je iets vindt

doel - middel

feit

oorzaak

argument

Slide 8 - Question de remorquage

Zeg in één woord:
mensen vermaken met iets
leuks of interessants

Slide 9 - Question ouverte

In één woord:
iets wat zo is, een feit

Slide 10 - Question ouverte

1. conclusie
2. gevolg
3. introduceren

Slide 11 - Carte mentale

ontkenning
ontkennen

Slide 12 - Question ouverte

Zeg in één woord:
het belangrijkste wat over het
onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 13 - Question ouverte