Toets MS

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is MS?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Auto-immuunziekte

Die aangrijpt op verschillende plaatsen van het centraal zenuwstelstel

--> in witte stof in de hersenen en ruggenmerg

Slide 4 - Diapositive

Uw immuunsysteem bestaat uit een grote groep verschillende cellen en eiwitten. Deze cellen en eiwitten ruimen infecties op en ruimen overbodige celresten op. Een goed werkend immuunsysteem moet dus infecties en overbodige celresten kunnen herkennen. Als uw immuunsysteem infecties opruimt, krijgt u ontstekingsverschijnselen zoals koorts, zwellingen, roodheid, pijn of een grieperig gevoel. Het opruimen van lichaamseigen overbodig geworden celresten gebeurt iedere dag. Daar merkt u meestal niets van.
Wat zijn auto-immuunziektes?
Auto-immuun betekent dat het immuunsysteem zich tegen het lichaam zelf keert. Een auto-immuunziekte ontstaat als er bij het opruimen van lichaamseigen celresten iets verkeerd gaat. Dit gebeurt bijvoorbeeld als goed werkende cellen worden opgeruimd door het lichaam. Hierdoor beschadigt het orgaan waarin deze cellen voorkomen. Bij een andere vorm van auto-immuunziektes ontstaan er ontstekingsreacties bij het opruimen van overbodige cellen. Een auto-imuunziekte ontstaat als er bij het opruimen van lichaamseigen celresten iets verkeerds gaat.

Behoort MS tot de spierziekten?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij MS is de myeline aangetast, welk
gedeelte van een axon is dit?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Myeline zorgt ervoor dat zenuwen ..........snel en efficiënt doorgeven.
A
Prikkels
B
zuurstof
C
energie
D
co2

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MS tast alleen de witte massa aan, niet de grijze
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren voor een exacerbatie (schub):​

Het seizoen: toename exacerbaties in nazomer​

Hitte- en koude gevoelig; toename van klachten bij (extreme) hitte en koude​
(infectie)ziektes​
Te grote lichamelijk en psychische inspanning​


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is MS te genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk geslacht komt MS vaker voor?
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  Feiten
  • Het komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen
  • De ziekte zelf is niet dodelijk, maar soms de complicaties wel
  • Wel op termijn tot zeer ernstige handicaps 



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Relapsing Remitting (RR)
Secundair Progressief (SP)
Welke vormen van MS zijn er?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primair Progressief (PP)
Progressieve Relapsing (PR).



 

Progressieve Relapsing (PR).

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke vorm van MS past dit plaatje?
A
Relapse remitting MS
B
Milde MS
C
Progressieve relapse MS
D
Primair progressieve MS

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Relaps remitting (90%)
Primair progressief (10%)
Secundair progressief 
Bij deze vorm van ms wisselen verslechtering en verbetering van de MS klachten elkaar af. 
De klachten herstellen bijna niet, maar worden geleidelijk heviger.

Hierbij treedt geleidelijk een verlies van functies op: mensen kunnen steeds minder. Soms zijn de klachten stabiel. Maar er treedt geen verbetering op.

Slide 17 - Question de remorquage

Welke vormen van MS zijn er? 
Wat betekent in de medische wereld degeneratief?
A
De functie zou zich moeten aanpassen, maar doet dit niet
B
Verandering van orgaan of functie
C
Afnemen of vermindering van orgaan of functie
D
Toenemen van orgaan of functie

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Laat sclerose plekken achter =
litteken



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diagnose​
Ruggenmergpunctie (aantonen van een specifiek ontstekingseiwit)​

CT scan (röntgen) ​
MRI scan(onderzoek van hersenen en ruggenmerg met behulp van radiogolven)​
Symptomatologie (behandelen van de ziekteverschijnselen)


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de symptomen bij MS

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem omgevingsfactoren die vermoedelijk de kans op MS groter maken:

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een symptoom van multiple sclerose kan zijn het hebben van spraakstoornissen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De primair progressieve vorm van MS komt het meest voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Multiple sclerose is een ziekte waarbij aanvalsgewijze abnormale elektrische ontladingen in het centrale zenuwstelsel optreden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Multipele sclerose is een progressieve ziekte, wat betekent dat de ziekte goed te genezen is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij multipele sclerose neemt na verloop van tijd de kracht aan armen en benen af.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij multipele sclerose kan er een tijdelijke vermindering van de klachten van de ziekte optreden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende uitspraken over multiple sclerose is waar?
A
Komt alleen voor bij mannen
B
Komt vooral voor in Oost-Europa
C
Komt vooral voor bij volwassenen
D
Ontstaat door beschadiging van de myeline

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke behandeling
is mogelijk?

Slide 32 - Carte mentale

Bestrijden van tijdelijke en blijvende klachten: Exacerbaties (schubs) en complicaties: Oververmoeidheid/ spasmen/ contracturen/ decubitus/ urineweginfecties/ luchtweginfecties enz…​
Attentie voor warmte/ kou​
Medicatie; op basis van verschillende symptomen​
Multidisciplinaire behandeling​
Medicatie 
Afweer- en ontstekingsremmend:​

Corticosteroiden / immunosuppressiva bv Natalizumab, Prednisolon en Interferon​
Nadeel: Afweersysteem wordt onderdrukt.​
Spasmolytica om spasmen te bestrijden Baclofen, Dantroleen, Tizanidine​


Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions