Cellen, weefsels en organen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen

Na deze lessen weet je: 

1. Hoe een cel is opgebouwd
2. Hoe celdeling werkt
3. Welke vier basistypen weefsel er zijn, wat hun taken zijn en welke kenmerken ze hebben

Waarom zouden jullie over cellen moeten leren?

Cel basis

1. Celwand
2. Celkern
3. Cytoplasma

Celwand

Andere naam = celmembraan​

​

• grens binnen/buiten cel 
• uitwisseling stoffen met omgeving
• “semi-permeabel” (selectief doorlatend)

Cytoplasma

Cytoplasma = werkplaats van een cel​

Water 70% + vet, eiwit, koolhydraat, vitamine, ​zuurstof, mineralen​

In het cytoplasma zitten celonderdelen = organellen ​

Voeren celstofwisseling uit. 

Elk organel eigen taak

Vooral kleine moleculen zoals zuurstof

Celkern

De meeste cellen hebben een celkern = informatie voor leven

​

Vloeistof + kernlichaampjes + chromosomen

Elke lichaamscel bezit een kern behalve de rode bloedcel.

Ook cellen met meerdere kernen zoals spiercellen en cellen van skelet.

De chromosomen bevatten alle genetische informatie die nodig is voor het ontwikkelen, in stand houden en voortplanten van een individu. Chromosomen zijn voor te stellen als lange strengen. Deze bestaan uit een stof die we DNA (desoxyribonucleïnezuur) noemen.

Chromosomen

Bevatten DNA​

Erfelijke eigenschappen​

​

23 paren (= 46 chromosomen)​

=> 22 normaal​

=> 1 ‘geslachtschromosoom’​

​

Vrouw = XX​

Man = XY​

Opdracht

Teken een cel met daarin:

• Celmembraan
• Cytoplasma
• Celkern
• Chromosomen

Celdeling

Voor: 

1. Groei​
2. Vervangen oude cellen​
   
3. Reparatie 

Celdeling

2 manieren:

Mitose 

Meiose

Filmpje: Zet na de film het verschil is tussen mitose en meiose op papier. 

Mitose

• Kerndeling​
  
• Maakt normale cellen​
  
• 46 chromosomen

Meiose

• Reductiedeling​
  
• Maakt eicellen / zaadcellen ​
  
• 23 chromosomen

Weefsels

- Groep cellen die op dezelfde manier zijn opgebouwd en op dezelfde manier werken.

- 4 basistype:

1. Dekweefsel
2. Bindweefsel
3. Spierweefsel
4. Zenuwweefsel

 Een andere naam voor dekweefsel is epitheelweefsel. Epi betekent in dit verband buiten. Epitheelweefsel kun je in twee hoofdgroepen onderscheiden: bedekkend epitheel en klierepitheel

Opdracht. Vul in:

	Kenmerken	Soorten	Taken	Bouw
Dekweefsel
Bindweefsel
Spierweefsel
Zenuwweefsel

Willen jullie alvast nadenken over een tip en een top voor mij als docent?

Huiswerk

VAK AFP:   MBO-leren(Expert): Anatomie en fysiologie

Module 3: Het Skelet 

VAK Zorg: Oriëntatie op de gezondheidszorg

Module: Visie op de zorg 

VAK Skills: MBO-leren (Expert): Persoonlijke verzorging 

Module 5 + 6

STEUNKOUS

Maak zoveel mogelijk woorden met de letters hierboven

(Nederlandse woorden)

In tweetallen!