H6, les 10

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie

Hoofdstuk 6

Blz. 86

Inhoud van de les

- Planning komende weken

- Herhalen arbeidsmarkt

- Bouwsteen 6.1 --> is ook huiswerk

Doel:

- Je kan de aanbod- en vraaglijn tekenen.

- Je kan omgaan met een vraag- of aanbodlijn die veranderd is. 

Planning A3A

Datum:	Les 1	Les 2
04-03 en 05-03	t/m 6.26	Uitval
11-03 en 12-03	6.27 t/m 6.34	Bouwsteen
18-03 en 19-03	Extra opdracht	Leren
25-03 en 26-03	Toets H6	Bespreken toets
01-04 t/m 05-04	Tweede paasdag	H4

Planning A3B

Datum:	Les 1:	Les 2:
04-03 en 07 -03	t/m 6.23	6.24 t/m 6.26
11-03 en 14-03	6.27 t/m 6.30 + bouwsteen	Extra opdracht
18-03 en 21-03	Leren	Toets H6
25-03 en 28-03	Bespreken toets	H4
01-04 en 04-04	Tweede paasdag	H4

6.2 De arbeidsmarkt (blz. 83)

Op de arbeidsmarkt wordt de productiefactor arbeid ‘verhandeld’.

Vraagkant: Dit zijn bedrijven die arbeidskrachten zoeken voor hun productie.

Aanbodkant: Dit zijn mensen die hun arbeid willen ‘verkopen’ om op die manier een inkomen te verdienen.

Aanbod van arbeid (blz. 83)

Bestaat uit alle mensen die betaald werk hebben of werk zoeken.

Drie groepen:

- Werkende zelfstandigen

- Werknemers

- Werklozen

Vraag naar arbeid (blz. 83)

Bestaat uit de banen die door zelfstandigen en werknemers worden vervuld (ook wel werkgelegenheid genoemd) plus het aantal banen waarvoor de werkgevers geen mensen hebben gevonden (vacatures). 

Werkgelegenheid (blz. 84 en 85) 

Werkgelegenheid: Het aantal mensen wat een betaalde baan heeft. 

Werkgelegenheid (blz. 84) 

Arbeidsproductiviteit: productie / werkgelegenheid

Stel: er worden 100 producten gemaakt door in totaal 20 medewerkers. --> 100 / 20 =  5 per persoon --> is de arbeidsproductiviteit.

Een vacature kan niet produceren. Dit wordt dan ook niet tot de werkgelegenheid gerekend.

Arbeidsproductiviteit (blz. 86)

- De arbeidsproductiviteit geeft de gemiddelde productie(waarde) per werkende per periode weer.

- Oftewel, hoeveel maakt iemand in een bepaalde tijd?

Opdrachten

Wat? Maak opdracht 6.29 en 6.30 op blz. 86.

Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.

Tijd? Jullie krijgen 15 minuten.

Klaar? Maak de bouwsteen op blz. 89. 

Bouwsteen --> omzet

Omzet = afzet x verkoopprijs

Afzet = aantal verkochte producten in stuks

Voorbeeld:

10 broodjes verkocht voor €2,50 per stuk.

10 x 2,50 = €25 omzet

Bouwsteen 6.1

Wat? Maak bouwsteen 6.1 op blz. 89 en 90.

Hoe? Werk in stilte, de rest van de klas moet zich ook kunnen concentreren. 

Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.

Tijd? Jullie krijgen 30 minuten.

Klaar? Controleer je antwoorden bij de docent.