H6, arbeidsmarkt

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie

Hoofdstuk 6

Inhoud van de les

- Vragen vooraf

- Theorie arbeidsmarkt

- Maken opdracht 6.22 - 6.28

Béni vond afgelopen maandag nog een beschimmeld frikandelbroodje in zijn kluisje. Hij heeft deze vorige week gekocht maar heeft deze nu moeten weggooien. Is er sprake van ...

1. Consumeren
2. investeren
3. Geen van beide

Door de lockdowns zal de vraag naar Playstations ....

1. Stijgen
2. Gelijk blijven
3. Dalen

Er is sprake van een negatief verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.

Juist

Onjuist

Door verhoging van de gasprijzen zal de aanbodlijn van energie naar rechts verschuiven.

Juist

Onjuist

6.2 De arbeidsmarkt (blz. 83)

Op de arbeidsmarkt wordt de productiefactor arbeid ‘verhandeld’.

Vraagkant: Aan de ene kant zijn er bedrijven die arbeidskrachten zoeken voor hun productie.

Aanbodkant: Aan de andere kant zijn er mensen die hun arbeid willen ‘verkopen’ om op die manier een inkomen te verdienen.

Vraag naar arbeid (blz. 83)

Bestaat uit de banen die door zelfstandigen en werknemers worden vervuld (ook wel werkgelegenheid genoemd) plus het aantal banen waarvoor de werkgevers geen mensen hebben gevonden (vacatures). 

Werkgelegenheid (blz. 84) 

Arbeidsproductiviteit: productie / werkgelegenheid

Stel: er worden 100 producten gemaakt door in totaal 20 medewerkers. --> 100 / 20 =  5 per persoon --> is de arbeidsproductiviteit

Een vacature kan niet produceren. Dit wordt hier dan ook niet tot de werkgelegenheid gerekend.

Opdrachten

Maken 6.22 - 6.28

Aanbod van arbeid (blz. 83)

Bestaat uit alle mensen die betaald werk hebben of werk zoeken voor 1 uur of meer per week. 

Drie groepen:

- Werkende zelfstandigen

- Werknemers

- Werklozen