laatste les voor toets

Welkom vandaag 31 januari
Planning vandaag


  • Vragen?
  • Planning overzicht
  • Practicum met de brander
  • Oefentoets M2
Neem plaats  
Nodig oefentoets en een pen



Rekenmachine
Nodig een Casio aanschaffen 
(€15,99 bij de HEMA)

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom vandaag 31 januari
Planning vandaag


  • Vragen?
  • Planning overzicht
  • Practicum met de brander
  • Oefentoets M2
Neem plaats  
Nodig oefentoets en een pen



Rekenmachine
Nodig een Casio aanschaffen 
(€15,99 bij de HEMA)

Slide 1 - Diapositive

Week- datum
Onderwerp
6- 6 februari (do)
Vragen stellen over M2 bespreken rest oefentoets
6- 6 februari (do)
Bijles ww; voor iedereen die wil
6- 7 februari (vr) 2h)
Toets over module 2 (Let op dit was 4 feb); start module 3
7- 13 feb (do)
Kort lesrooster
Planning hv1b

Slide 2 - Diapositive

Pak pen en papier en vul aan
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule

Snelheid

Slide 3 - Diapositive

Neem over!





Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. 
Werk je met km dan is de tijd in uren! 
! m/s de schuine streep betekent per er staat m/s = meter per seconde
Grootheid
Symbool
Eenheid
Eenheid
Formule
tijd
t
s
h
t= s:v
afstand
s
m
km
s=v*t
snelheid
v
m/s
km/h
v=s:t
v=ts
s=v.t
t=vs

Slide 4 - Diapositive

4. Wes loopt elke dag 105 m van huis naar school. Hij doet hij 95 s over. Bereken de snelheid van Wes.
Gevraagd
Gegeven
Formule
Omrekenen
Invullen
Antwoord

Slide 5 - Diapositive

4. Wes loopt elke dag 105 m van huis naar school. Hij doet hij 95 s over. Bereken de snelheid van Wes.
Gevraagd
de snelheid v in m/s 
Gegeven 
afgelegde afstand s=105 m en de tijd t=95 s
Formule
v=s:t 
Omrekenen
Niets
Invullen
v=105/95=1,105 m/s
Antwoord
de snelheid v= 1,105 m/s dit is 1,105*3,6= 9,979 km/h
v=ts

Slide 6 - Diapositive

5. Emma rijdt naar oma. Constante snelheid 80 km/h. Ze doet er 2h en 17 minuten over. Wat is de afstand?
Gevraagd
Gegeven 
Formule
Omrekenen
Invullen
Antwoord

Slide 7 - Diapositive

5. Emma rijdt naar oma. Constante snelheid 80 km/h. Ze doet er 2h en 17 minuten over. Wat is de afstand?
Gevraagd
Afstand s
Gegeven
v= 80 km/h en t= 2h 17 minuten
Formule
s=v*t
Omrekenen
Ja 17 minuten naar deel uur: 17/60= 0,28+ 2=2,28 h
Invullen
s=v*t dus 80*2,28= 182,4 km
Antwoord
182,4 km

Slide 8 - Diapositive

6.Astronaut. Station = 384400 km van de aarde. Raketschip heeft snelheid 7700 m/s. Tijd om er te komen in uren?
Gevraagd
Gegeven 
Formule
Omrekenen
Invullen
Antwoord

Slide 9 - Diapositive

6.Astronaut. Station = 384400 km van de aarde. Raketschip heeft snelheid 7700 m/s. Tijd om er te komen in minuten?
Gevraagd
Tijd t in uren
Gegeven
s=384400 km en v=7700 m/s
Formule
t= s/v keuze h en km
Omrekenen
ja de 7700 m/s in km/h= 7700*3,6= 27720 km/h
Invullen
t= 384400/27720= 13,87 h let op gevraagd minuten
13,87*60= 832 minuten
Antwoord
832 minuten

Slide 10 - Diapositive

Wat weet je al of nog?
Terugblik naar vorige lessen 
                          
                          Inloggen met je eigen naam 
timer
1:00
Let op de timer!

Slide 11 - Diapositive

Wat mist in deze tabel?
afstand
(m)
tijd
 snelheid 
500
36,70 s
13,62
1500
1,80 min
13,89
5000
6,14 min
13,57
10 000
13,08 min
12,74

Slide 12 - Question ouverte

Tabellen
Eisen en Duidelijkheid is het belangrijkste:

  • Duidelijke titel
  • Juiste grootheden met eenheden
  • Alle informatie overzichtelijk
    naast elkaar

zie ook ItsLearning : 'vaardigheid-maken-van-een tabel.docx

Slide 13 - Diapositive

12 mm= dm?
Alleen getal invoeren

Slide 14 - Question ouverte

0,5 =cl
dm3

Slide 15 - Question ouverte

Welk gewricht verbindt de volgende botten: schouderblad en opperarmbeen?

Slide 16 - Question ouverte

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 17 - Quiz

tijd
meter
km/h
volume
massa
afstand
centimeter
kg
liter
afstand
uur
snelheid

Slide 18 - Question de remorquage

Een goede onderzoeksvraag is een
A
gesloten vraag
B
open vraag

Slide 19 - Quiz

Komt de hypothese voor of na de onderzoeksvraag?
A
Voor
B
Na

Slide 20 - Quiz

Hoe heten spieren met een tegengesteld effect?

Slide 21 - Question ouverte

Eindstand

Slide 22 - Diapositive