Les 2: manier van luisteren, vragen stellen

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


Slide 1 - Diapositive

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

2.5: grammatica
korte terugblik
Noem eens de 3 verschillende soorten gesprekssituaties?

Noem eens doelen die gesteld kunnen worden bij kijken en luisteren?



Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen 
Ik ken:
- drie verschillende luistermanieren en ik weet wanneer je ze toepast

Slide 4 - Diapositive

voorafje 
Je gaat zo kijken en luisteren naar een fragment met tips bij verliefdheid.

Voor het luisteren: 
  1. Welke tips verwacht je te krijgen?
  2. Wat zal het doel zijn van het fragment?


vraag 1: Wat is tip nummer 1?

Slide 5 - Diapositive

Wat was tip nummer 1?
A
je kunt het gewoon (aan)vragen.
B
je kunt voor haar vechten.
C
je kunt haar omkopen
D
je kunt haar hypnotiseren.

Slide 6 - Quiz




We luisteren nog een keer naar het fragment.

Vraag 2: Waar gaat het fragment over?

Slide 7 - Diapositive

Vraag 3:
Welke tips heb je nog meer gehoord?

Slide 8 - Carte mentale

Bij de 3 vragen die zojuist gesteld werden heb je 3x een andere luistermanier toegepast. 
Bij vraag 1: selectief
Bij vraag 2: globaal
Bij vraag 3: precies

Slide 9 - Diapositive

Luistermanieren

Je kunt op verschillende manieren kijken en luisteren: globaal, precies en selectief.


Slide 10 - Diapositive

Even oefenen
zometeen volgen er situatie en jij geeft aan op welke manier je moet luisteren. 

Slide 11 - Diapositive

Je geschiedenisleraar vertelt over de Romeinen en hun beschaving. Je hebt binnenkort een toets.
A
selectief
B
globaal
C
precies

Slide 12 - Quiz

Je moet een werkstuk maken over drugsverslaving. Op de radio is een interview aan de gang over verslavingen in het algemeen. Er komen verschillende verslaafden aan het woord, maar jij bent alleen geïnteresseerd in iemand die een drugsverslaving heeft.
A
selectief
B
globaal
C
precies

Slide 13 - Quiz

Je ziet na lange tijd je tante weer eens. Ze vertelt je een veel te uitgebreid verhaal over haar baas en collega’s. Je raakt een beetje verveeld.
A
selectief
B
globaal
C
precies

Slide 14 - Quiz

Je bent net verhuisd en weet niet waar de supermarkt is. Je vraagt iemand op straat om aanwijzingen.
A
selectief
B
globaal
C
precies

Slide 15 - Quiz

Je beste vriend zit op karate. Hij vertelt over zijn training en het aankomende toernooi. Jij bent niet zo gek op sport en houdt meer van lezen.
A
selectief
B
globaal
C
precies

Slide 16 - Quiz

formeel vs informeel
Er zijn twee soorten gesprekken: persoonlijke en zakelijke gesprekken.

Een persoonlijk gesprek voer je regelmatig. Je belt met een bekende en het gesprek mag over van alles gaan: school, hobby’s, familie, vakantie, enzovoorts. Je mag ook van het onderwerp afdwalen. De toon van het gesprek is informeel: je zegt je tegen elkaar, noemt elkaar bij de voornaam en je praat zoals je altijd doet.

Bij een zakelijk gesprek bel je met een onbekende en gelden meestal deze twee gespreksdoelen: informatie geven/krijgen. Bij deze gesprekken gelden daarom andere afspraken:
• je blijft je bij je onderwerp;
• je toon is formeel:
- je zegt mevrouw of meneer;
- je spreekt de ander aan met u;
- je gebruikt nette woorden en praat op een nette manier:
Dank u wel voor de informatie. Prettige middag.

Slide 17 - Diapositive

Vragen stellen
In een zakelijk gesprek wil je de informatie krijgen die je nodig hebt of duidelijk uitleggen wat je klacht is, zodat die ook serieus behandeld zal worden. Bedenk daarom van tevoren welke vragen je gaat stellen. Gebruik hiervoor de 5W1H-vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe. Bedenk ook dat je zowel open als gesloten vragen kunt stellen.

Krijg je geen of een onduidelijk antwoord op een vraag? Vraag dan door.
Voorbeeld: Je belt naar een vliegschool om informatie te krijgen voor je spreekbeurt. De andere spreker zegt dat je daarvoor op de website moet kijken.
Je kunt dan zeggen: ‘Oké, bedankt’ en het gesprek beëindigen.
Je kunt ook doorvragen: ‘Dat had ik al geprobeerd, maar ik kon niks vinden. Kunt u zeggen waar ik moet kijken op de website?’

Slide 18 - Diapositive

Aan het werk
Hfd 2, kijken, luisteren, spreken, §2.6, opdracht 6 en 8


in je ebook

Slide 19 - Diapositive


Afsluiting les 

Ik kan: 
- de drie verschillende manier van luisteren herkennen en toepassen. 

Dit kan ik goed
Dit moet ik nog oefenen
Ik kan dit nog niet

Slide 20 - Sondage

Huiswerk
blok 2, kijken, luisteren, spreken, §2.16, opdracht 56, 57, 58 

Slide 21 - Diapositive