3K Talent H3

3K Talent H3
Oefenen voor het proefwerk
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3K Talent H3
Oefenen voor het proefwerk

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent:
een buitenbeentje zijn

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent:
identificeren

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent:
imago

Slide 4 - Question ouverte

Maak een zin met 'links laten liggen' de betekenis moet duidelijk zijn.

Slide 5 - Question ouverte

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 6 - Quiz

We laten hem links liggen.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 7 - Quiz

De appel valt niet ver van de boom.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 8 - Quiz

Vrijdag lopen wij naar huis.

Vrijdag =
A
zn
B
bn
C
psv
D
vz

Slide 9 - Quiz

Vrijdag lopen wij naar huis.

wij =
A
zn
B
bn
C
psv
D
vz

Slide 10 - Quiz

Vrijdag lopen wij naar huis.

naar =
A
zn
B
bn
C
bvn
D
vz

Slide 11 - Quiz

Vrijdag lopen wij naar huis.

huis =
A
zn
B
bn
C
bvn
D
vz

Slide 12 - Quiz

Noteer het meervoud
baby

Slide 13 - Question ouverte

Noteer het meervoud
knie

Slide 14 - Question ouverte

Noteer het meervoud
bacterie

Slide 15 - Question ouverte

Noteer het meervoud
café

Slide 16 - Question ouverte

Noteer het meervoud
stage

Slide 17 - Question ouverte

Noteer het meervoud
dvd

Slide 18 - Question ouverte

Maak de samenstelling
vmbo+leerling

Slide 19 - Question ouverte

Maak de samenstelling
tarwe + meel

Slide 20 - Question ouverte

Maak de samenstelling
stad + schouwburg

Slide 21 - Question ouverte

Maak de samenstelling
maan + schijn

Slide 22 - Question ouverte

Hij (verhuizen) volgend jaar naar Enschede.

Slide 23 - Question ouverte

(Rijden) jij echt zo hard?

Slide 24 - Question ouverte

Ik (worden) later chirurg.

Slide 25 - Question ouverte

De docenten (bellen) met de examenuitslag.

Slide 26 - Question ouverte

Hij is vorig jaar (verhuizen).

Slide 27 - Question ouverte

De bakkers hebben veel oranjegebakjes (bakken).

Slide 28 - Question ouverte

Is dat echt (gebeuren)?

Slide 29 - Question ouverte

Nog vragen voor het pw?

Slide 30 - Question ouverte