6.3 Het vaasmodel en de productregel

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Het vaasmodel

Herhalen!

de kansdefinitie van Laplace

Bij een kansexperiment met uitkomsten die alle even waarschijnlijk zijn, is de kans op een gebeurtenis G gelijk aan 

P(G)=​aantal−mogelijke−uitkomsten..​​aantal−gunstige−uitkomsten​​

De schijf hiernaast bestaat uit 6 even
grote vlakken. Bereken de kans op
een appel. Rond af om 3 decimalen.

Wat is de kans om 11 te gooien met twee dobbelstenen?

Je draait drie keer met de schijf.
Bereken de kans op 2 keer kers

Je gooit 3 keer met een muntje. Bereken de kans op 2 keer munt.

De definitie van LaPlace toepassen. 

• 4 rode knikkers
• 6 blauwe knikkers 
• 10 knikkers in het totaal

Sofie wil 3 knikkers pakken wat is de kans dat ze twee rode pakt

De gunstige mogelijkheden zijn 4nCr2 * 6nCr1

Het totaal aantal mogelijkheden is 10nCr3

4nCr2 * 6nCr1 / 10 ncr 3

6.3 Het vaasmodel toepassen

In een vaas zitten 18 rode, 12 blauwe en 32 witte knikkers. Vincent pakt 6 knikkers uit de vaas. Bereken de kans op 3 witte en 3 blauwe knikkers.

In een vaas zitten 18 rode, 12 blauwe en 32 witte knikkers. Vincent pakt 6 knikkers uit de vaas. Bereken de kans op 2 rode knikkers.

Kansbomen

H6.3C Kansbomen en de productregel

Kansexperimenten die bestaan uit 1 of meerdere experimenten die elkaar onderling niet beïnvloeden, heten onafhankelijke kansexperimenten.

Vaak gebruiken we voor het uitwerken van deze experimenten kansbomen. 

Vaas I = 3 rood en 1 wit

Vaas II = 2 rood 1 zwart

Huiswerk

Maak opdracht

42, 43, 44 en 45 van 6.3

Als je klaar bent uploaden in mijnschrift.nl en kijken in de planning waar je verder kan werken.